Hooggebergte: Berggebied met toppen die hoger zijn dan 1.500 meter.
Natuurlandschap: Een landschap dat niet door mensen is ingericht. Het is puur natuur.
Reliëf: Hoogteverschillen in het landschap.
Gletsjer: Enorme ijsmassa die langzaam naar beneden schuift.
Alpenweide: Hoogtegordel in de bergen met grassen, kruiden en lage struikjes (boven de boomgrens).
Ingericht landschap: Landschap waarin mensen huizen, wegen, akkers, weilanden en andere dingen hebben aangelegd. Heet ook
cultuurlandschap.
Hoogtegordels: Zone van plantengroei in een gebergte.
Rotsgordel: Hoogtegordel waar door de kou en de harde ondergrond bijna geen planten meer groeien.