Herhaling hsf 6
Het zandlandschap ligt in
A
Laag Nederland
B
Hoog Nederland
1 / 18
Items in this lesson
Het zandlandschap ligt in
A
Laag Nederland
B
Hoog Nederland
Slide 1 - Quiz
Het zandlandschap is...
A
Vruchtbaar
B
Niet vruchtbaar
Slide 2 - Quiz
Waaruit bestaat het reliëf in het zandlandschap?
A
duinen
B
dijken
C
stuwwallen
D
heuvels
Slide 3 - Quiz
Zien we hier een klei of een zandlandschap?
A
Klei
B
Zand
Slide 4 - Quiz
Waar komt Lösslandschap vooral voor?
A
Noord - Holland
B
Limburg
C
Zeeland
D
Brabant
Slide 5 - Quiz
zandlandschap
veenlandschap
rivierlandschap
Slide 6 - Drag question
Zandlandschap
Rivierlandschap
Veenlandschap
Zeekleilandschap
Slide 7 - Drag question
Hoog-Nederland
Laag-Nederland
Duinlandschap
Hoogveenlandschap
Laagveenlandschap
Lösslandschap
Zeekleilandschap
Zandlandschap
Rivierkleilandschap
Slide 8 - Drag question
Welke foto hoort bij welk landschap?
Laagveenlandschap
Zeekleilandschap
Duinlandschap
Slide 9 - Drag question
Welk landschap hoort bij welke foto? Sleep het landschap naar de juiste foto.
Duinlandsschap
zeekleilandschap
veenlandschap
zandlandschap
Lösslandschap
rivierkleilandschap
Slide 10 - Drag question
Zeekleilandschap
laagveenlandschap
Rivierlandschap
Duinlandschap
Heuvellandschap
Zandlandschap
voormalig hoogveenlandschap
Slide 11 - Drag question
Rivierkleilandschap
Lösslandschap
Hoogveenlandschap
Zandlandschap
Komt voor in het zuiden van Limburg. Gebied met fijn stofzand en grote hoogteverschillen.
Langgerekt gebied langs de rivieren. Je ziet er veel grasland en fruitbomen.
Heeft hoogteverschillen. Heeft grasland, akkerland en veel natuurgebieden zoals bos en hei
Open en vlak gebied met rechte kanalen. Veel grasland en langerekte dorpen.
Slide 12 - Drag question
Wat is een polder?
A
Een stuk land omringd door dijken waarbinnen de waterstand geregeld wordt
B
Een polder is een lager gelegen gebied in hoog Nederland
C
Een polder is een stuk 'wad' in zee die soms droog komt te liggen bij eb
D
Een polder is een hoger gelegen land dan de omgeving
Slide 13 - Quiz
In Nederland is de relatieve zeespiegelstijging groter dan de absolute zeespiegelstijging
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quiz
Wat is relatieve zeespiegelstijging?
A
De absolute zeespiegelstijging ten opzicht van NAP
B
De zeespiegelstijging ten opzichte van de dijkhoogte
C
De absolute zeespiegelstijging én de bodemdaling
D
De bodemdaling gecompenseerd door temperatuurverhoging
Slide 15 - Quiz
Wanneer had Nederland
met dit soort vlechtende
rivieren te maken?
met dit soort vlechtende
rivieren te maken?
A
tijdens het hele Pleistoceen
B
tijdens interglacialen
C
tijdens de Saale-ijstijd
D
tijdens het Holoceen
Slide 16 - Quiz
In Nederland heeft ooit ook mega veel ijs gelegen. In welke geologische tijd was dat?
A
Het Holoceen
B
Het Pleistoceen
C
Het Jura
D
Het Krijt
Slide 17 - Quiz
Het landschap in NL is gevormd door dit ijs. Wat zien we hier naast het bankje:
A
Een stuwwal
B
Een keileemkop
C
Een zwerfkei
D
Löss (type zand)
