1.4 - Europa na de Eerste Wereldoorlog

1.4 Europa na de Eerste Wereldoorlog
1 / 39
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

1.4 Europa na de Eerste Wereldoorlog

Slide 1 - Slide

Planning
  • Quiz
  • Uitleg
  • Huiswerk bespreken
  • Uitleg
  • Huiswerk maken

Slide 2 - Slide

De Eerste Wereldoorlog begint in...
A
1910
B
1912
C
1914
D
1916

Slide 3 - Quiz

Wat is militarisme?
A
Trots zijn op het eigen leger.
B
Militarisme?
C
Een erg groot leger hebben.
D
Een samenleving gericht op het leger.

Slide 4 - Quiz

De Frans-Duitse oorlog speelde zich van ….. tot.....
A
1870-1914
B
1870
C
1871
D
1870-1871

Slide 5 - Quiz

Wat zie je op de afbeelding?
(bommenfabriek)
A
Gevolg van de Eerste Wereldoorlog
B
DE aanleiding van de Eerste Wereldoorlog
C
Oorzaak van de Eerste Wereldoorlog
D
Geen van de drie

Slide 6 - Quiz

Hoe heet de periode tussen 1870 - 1900 waarin Europese landen veel koloniën wilden hebben?
A
Modern Nationalisme
B
Modern Imperialisme
C
Modern Absolutisme
D
Moderne Superioritijd

Slide 7 - Quiz

Wie wordt er vermoord op de afbeelding?
A
Franz Joseph
B
Franz Ferdinand
C
Gavrilo Princip
D
Winston Churchill

Slide 8 - Quiz

Welk kenmerk van WO-I herken je op de afbeelding?
A
loopgravenoorlog
B
twee frontenoorlog
C
propaganda
D
censuur

Slide 9 - Quiz

Oorzaken
Aanleiding
Gevolg
Oorzaken: omstandigheden die maakt dat iets ontstaat.
Aanleiding: De belangrijkste oorzaak waardoor iets ontstaat.
Gevolg: Hetgeen dat ontstaat door omstandigheden.
Frans-Duitse Oorlog
Eerste Wereldoorlog
Nationalisme
Militarisme
Moord op Franz Ferdinand
Bondgenootschappen

Slide 10 - Drag question

Leg uit wat het doel was van het Von Schlieffenplan.

Slide 11 - Open question

Waarom werd Frans Ferdinand vermoord?
A
Omdat het volk ontevreden was over hem
B
Omdat Servië een eigen land wilde, zonder Oostenrijk-Hongarije
C
Omdat Frans niks deed aan de economische crisis
D
Omdat Oostenrijk-Hongarije van hem af wilde

Slide 12 - Quiz

Welk begrip past bij de daad van Gavrilo Princip?
Juiste antwoord
Wapenwedloop
Nationalisme
Bondgenootschappen
Kolonialisme

Slide 13 - Drag question

Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde van vroeger naar later.
De oorlog is voorbij: 
op 11 november 1918
Kroonprins Frans-Ferdinand wordt vermoord door Gavrilo Princip.
Rusland sluit een wapenstilstand met Duitsland.
De Verenigde Staten gaan meedoen met de oorlog.
De Eerste Wereldoorlog begint.

Slide 14 - Drag question

Amerika deed al vanaf het begin van WO I mee.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Een totale oorlog is een oorlog:
A
Waarbij veel landen betrokken zijn.
B
Waarin het hele volk wordt ingeschakeld.
C
Waarin zowel ter land, ter zee en in de lucht gevochten wordt.
D
Waarin veel soldaten sneuvelen.

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Video

Wat werd afgesproken in het Verdrag van Versailles? Noem minimaal twee onderdelen

Slide 18 - Open question

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen waarom de Republiek van Weimar grote politieke en economische problemen kende.
  • Je kunt beschrijven hoe in Italië het fascisme opkwam.
  • Je kunt beschrijven hoe het Ottomaanse Rijk uiteenviel en de nieuwe staat Turkije ontstond.
  • Je kunt uitleggen waarom Nederland begin 20e eeuw een neutraliteitspolitiek voerde.

Slide 19 - Slide


Weimarrepubliek

  • Na de oorlog was het Duitse keizerrijk voorbij (1918 aftreden keizer). De socialisten stichtten met de rijkskanselier een regering. Deze kwam bijeen in het plaatsje Weimar.
  • Veel problemen.

Slide 20 - Slide

Hyperinflatie Duitsland
1923
  • Om de herstelbetalingen te doen laat de Weimar regering extra geld bijdrukken. 
  • Hierdoor wordt het geld minder waard: hyperinflatie
  • Spaargeld?
  • Niets meer waard
  • Algemeen: onrust.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Hyperinflatie
Het Duitse geld, de Deutschmark, 
was niks meer waard...

Slide 23 - Slide

Wat was er bijzonder aan Italië in de Eerste Wereldoorlog?

Slide 24 - Open question

Mussolini
aan de macht.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Fascisme

  • Hopen op beloning, niks
  • Economie puinhoop
  • Behoefte aan sterke leider
  • Benito Mussolini → socialist → nationalist

  • 1922: leider Italiaanse regering
  • 1925: Dictator (alleenheerser).

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Fascisme (ideologie Mussolini)
Kenmerken fascisme:

  • Extreem-nationalistisch
  • Militaristisch
  • Antidemocratisch
  • Eén leiderprincipe
  • Verheerlijking geweld (bv. knokploegen)
  • Totalitair (de regering wil alles bepalen voor iedereen)

Slide 29 - Slide

0

Slide 30 - Video

Huiswerk
1.3: 4, 6, 7, 9 en 10

Toevoegingen? Rest zelf nakijken.

Slide 31 - Slide

Lesdoel 1: Je kunt uitleggen waarom de Republiek van Weimar grote politieke en economische problemen kende.

Slide 32 - Open question

Lesdoel 2: Je kunt beschrijven hoe in Italië het fascisme opkwam.

Slide 33 - Open question

Lesdoel 3: Je kunt uitleggen waarom Nederland begin 20e eeuw een neutraliteitspolitiek voerde.

Slide 34 - Open question

Lesdoel 4: Beschrijf hoe het Ottomaanse Rijk uiteenviel en de nieuwe staat Turkije ontstond.

Slide 35 - Open question

Stel 1 vraag over iets dat je nog
niet zo goed hebt begrepen.
Kom hiermee naar de vakflex!! Bij mij? Di 8e uur

Slide 36 - Open question

Huiswerk
Lees 1.4

Je maakt sowieso: 4, 6, 7, 8, 9, 11, 13, 14

Slechte cijfers/moeilijk? Keuze samenvatting maken of extra maken:  5, 10, 12


timer
10:00

Slide 37 - Slide

Extra informatie hierna

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Video