This lesson contains 13 slides, with text slides and 1 video.
Items in this lesson
maandag 19 oktober
Welkom
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Twee verschillende vormen van tijdelijk ontharen
Epileren: verwijder je de volledige haar incl de haarwortel.
Depileren: verwijder je alleen de bovenkant van de haar, nl de haarschacht.
Slide 3 - Slide
Opbouw haar
De haarschacht is de bovenkant van de haar die uit de huid steekt. Vanuit de haarwortel wordt de haar gevoed
Het haartje zit in een haarzakje. De haarbol is de verdikking onderaan de haarwortel. Vanuit de haarpapil krijgt de wortel zijn voeding d.m.v. bloedvaatjes (haarvaatjes). Verder zitten er aan het haartje nog een spiertje en een talgkliertje vast.
Slide 4 - Slide
Scheren (depileren)
Hiermee haal je het haar weg tot het huidoppervlak
Nat scheren: scheermes met scheerschuim/ontharing crème
Droog scheren: scheerapparaat
Slide 5 - Slide
Epileren
Verwijderen haarschacht + haarwortel
- Epileren (met pincet)
- Elektrisch epileren (d.m.v elektrische stroom )
haarpapil sterft af, haar kan niet meer groeien
- Harsen
- Laser
Het haarzakje wordt beschadigd door de warmte van de laser
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Vorm van de wenkbrauwen
- opmeten vanuit neushoek
en ooghoek.
- afstand oog - wenkbrauw niet groter dan
de iris
Slide 8 - Slide
Harsen
Harsen of waxen is het weghalen van ongewenst haar.
De methode is effectief want de hele haar wordt op deze manier verwijderd.
Het haarzakje zelf blijft wel achter, dus uiteindelijk groeit de haar wel weer terug.