What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
regenten en vorsten herhaling voor de toetsweek
1 / 47
next
Slide 1:
Slide
Geschiedenis
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
47 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat & waarom
- Begrip beschrijven
- Uitleg begrip
- Quiz
- Voorkennis prikkelen
- Begrippen begrijpen
- kennis testen
Slide 2 - Slide
Absolutisme
Slide 3 - Open question
Absolutisme
- Regeringssysteem waarin de koning alle macht heeft.
- Zonder parlement of andere mensen die hem controleren.
Slide 4 - Slide
Hugenoten
Slide 5 - Open question
Hugenoten
- Franse protestanten .
- Simpel geloof zonder de macht van de paus
Slide 6 - Slide
Stadhouder
Slide 7 - Open question
Stadhouder
- Militaire leider en soms bestuurder in de Republiek.
- Meestal familie Oranje- Nassau.
Slide 8 - Slide
Gewetensvrijheid
Slide 9 - Open question
Gewetensvrijheid
- Geen godsdienstvrijheid, wel gewetensvrijheid.
- Betekend dat mensen niet vervolgd werden zolang maar niet openlijk
Slide 10 - Slide
Gereformeerd
Slide 11 - Open question
Gereformeerd
- Vorm van protestantisme gebaseerd op de ideeën van Johannes Calvijn.
- Veel nadruk op hard werken, soberheid en het idee dat alles al door God was bepaald (predestinatie).
Slide 12 - Slide
Immigratie
Slide 13 - Open question
Immigratie
- De Republiek was in de 17e eeuw een rijk en vrij land
- De hugenoten, joden en arme boeren uit Duitsland
- Werken of ontsnappen aan vervolging.
Slide 14 - Slide
Wetenschappelijke revolutie
Slide 15 - Open question
Wetenschappelijke revolutie
- Tijd waarin wetenschappers en uitvinders op een nieuwe manier naar de wereld keken.
- Experimenten en logica om dingen te begrijpen.
- Christiaan Huygens, Antoni van Leeuwenhoek
Slide 16 - Slide
Academie
Slide 17 - Open question
Academie
- Een plek waar geleerden samenkwamen om kennis uit te wisselen.
- Leiden (gesticht in 1575).
- Belangrijk voor de verspreiding van kennis en ideeën.
Slide 18 - Slide
Natuurwet
Slide 19 - Open question
Natuurwet
- Regel die altijd geldt in de natuur, zoals de zwaartekracht.
- Isaac Newton & René Descartes
- In Nederland droegen wetenschappers bij door experimenten en nieuwe instrumenten zoals telescopen en microscopen.
Slide 20 - Slide
Wat is absolutisme?
A
Een systeem waarin het volk alle macht heeft.
B
Een systeem waarin één koning alle macht heeft.
C
Een systeem waarin de kerk de meeste macht heeft.
D
Een systeem waarin iedereen gelijk is.
Slide 21 - Quiz
Welke koning wordt vaak als voorbeeld van absolutisme genoemd?
A
Willem van Oranje
B
Karel V
C
Lodewijk XIV
D
Filips II
Slide 22 - Quiz
Hoe rechtvaardigde een absolute koning zijn macht?
A
Door te zeggen dat hij door God was gekozen.
B
Door verkiezingen te organiseren.
C
Door steun van het parlement.
D
Door veel oorlogen te winnen.
Slide 23 - Quiz
Wie waren de hugenoten?
A
Franse protestanten
B
Franse katholieken
C
Duitse vluchtelingen
D
Nederlandse handelaren
Slide 24 - Quiz
Waarom vluchtten hugenoten uit Frankrijk?
A
Vanwege vervolging door katholieken
B
Vanwege armoede
C
Vanwege oorlog met Spanje
D
Vanwege slechte oogsten
Slide 25 - Quiz
Waar gingen veel hugenoten naartoe?
A
Duitsland
B
Engeland
C
Spanje
D
De Nederlandse Republiek
Slide 26 - Quiz
Wat was de belangrijkste taak van de stadhouder?
A
Het leiden van het leger en de vloot.
B
Het bepalen van de wetten.
C
Het organiseren van handel.
D
Het besturen van de kerk.
Slide 27 - Quiz
Uit welke familie kwamen de meeste Nederlandse stadhouders?
A
Van Oranje-Nassau
B
Van Luxemburg
C
Van Egmont
D
Van den Bergh
Slide 28 - Quiz
Welke groep wilde vaak een sterke stadhouder?
A
De regenten
B
De prinsgezinden
C
De kerk
D
De boeren
Slide 29 - Quiz
Wat betekent gewetensvrijheid?
A
Dat je geen belasting hoeft te betalen.
B
Dat je zelf mag kiezen wat je gelooft.
C
Dat je mag stemmen op de koning.
D
Dat je de kerk moet volgen.
Slide 30 - Quiz
Waarom was gewetensvrijheid bijzonder in de Republiek?
A
In andere landen moest iedereen hetzelfde geloven.
B
Er waren geen andere geloven in Europa.
C
Mensen wilden niet geloven.
D
De kerk maakte de regels.
Slide 31 - Quiz
Wat mochten mensen met een ander geloof niet doen?
A
Vrij rondlopen.
B
Openlijk hun geloof belijden.
C
Handel drijven.
D
Naar school gaan.
Slide 32 - Quiz
Waar geloofden calvinisten in?
A
Dat iedereen gelijk is.
B
Dat de paus de belangrijkste leider is.
C
Dat God alles al van tevoren bepaald heeft.
D
Dat de kerk rijk moest zijn.
Slide 33 - Quiz
Hoe zagen gereformeerde kerken eruit?
A
Groot en rijk versierd.
B
Simpel en zonder veel versieringen.
C
Klein en alleen voor priesters.
D
Met veel beelden van heiligen.
Slide 34 - Quiz
Waarom hadden calvinisten veel invloed in de Republiek?
A
Omdat de meeste regenten het waren.
B
Omdat ze rijker waren dan katholieken.
C
Omdat ze de paus steunden.
D
Omdat ze arm en eenvoudig leefden.
Slide 35 - Quiz
Waarom kwamen veel immigranten naar de Republiek?
A
Om werk te zoeken.
B
Vanwege de oorlog met Frankrijk.
C
Vanwege de strenge wetten in Nederland.
D
Omdat ze geen godsdienstvrijheid hadden.
Slide 36 - Quiz
Welke groep immigranten kwam in grote aantallen naar de Republiek?
A
Duitse boeren
B
Engelse handelaren
C
Franse hugenoten
D
Spaanse ontdekkingsreizigers
Slide 37 - Quiz
Wat brachten veel immigranten mee naar de Republiek?
A
Oorlog en armoede
B
Nieuwe koningen
C
Katholieke rituelen
D
Nieuwe ideeën en vaardigheden
Slide 38 - Quiz
Wat was de wetenschappelijke revolutie?
A
Een periode van veel oorlogen.
B
Een tijd waarin nieuwe uitvindingen en ideeën werden ontwikkeld
C
Een strijd tussen protestanten en katholieken.
D
De tijd waarin de eerste koning werd gekroond.
Slide 39 - Quiz
Welke Nederlandse wetenschapper werkte met microscopen?
A
Antoni van Leeuwenhoek
B
Christiaan Huygens
C
Isaac Newton
D
Johannes Kepler
Slide 40 - Quiz
Wat gebruikten wetenschappers in deze periode om dingen te bewijzen?
A
Bijgeloof
B
Horoscopen
C
Oude boeken van de kerk
D
Experimenten en logica
Slide 41 - Quiz
Wat was een academie?
A
Een plek waar alleen kunstenaars kwamen.
B
Een plek voor geleerden om kennis uit te wisselen.
C
Een school voor jonge kinderen.
D
Een kerk waar je mocht studeren.
Slide 42 - Quiz
Welke stad had een belangrijke universiteit in de tijd vanRepubliek?
A
Amsterdam
B
Leiden
C
Utrecht
D
Rotterdam
Slide 43 - Quiz
Waarom waren academies belangrijk?
A
Ze hielpen om nieuwe kennis en uitvindingen te verspreiden.
B
Ze zorgden voor een betere economie
C
Ze maakten mensen rijk.
D
Ze organiseerden oorlogen.
Slide 44 - Quiz
Wat is een natuurwet?
A
Een wet die door de koning is gemaakt
B
Een regel die altijd geldt in de natuur.
C
Een geloof dat door de kerk werd bepaald
D
Een idee van kunstenaars.
Slide 45 - Quiz
Wie ontdekte veel over natuurwetten zoals zwaartekracht?
A
Antoni van Leeuwenhoek
B
Christiaan Huygens
C
Isaac Newton
D
René Descartes
Slide 46 - Quiz
Wat gebruikten wetenschappers om natuurwetten te begrijpen?
A
Bijbelteksten
B
Kunstwerken
C
Oudere wetten van Romeinen
D
Experimenten en observaties
Slide 47 - Quiz
More lessons like this
Herhaalopdracht paragraaf 1, 4 & 5
14 days ago
- Lesson with
34 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
6.4 Wetenschappelijke revolutie
March 2022
- Lesson with
22 slides
Geschiedenis
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Afsluiting H3: Regenten en Vorsten
February 2023
- Lesson with
14 slides
Geschiedenis
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Afsluiting H3: Regenten en Vorsten
July 2024
- Lesson with
14 slides
Geschiedenis
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Par. 6.3 Kunst en wetenschap 2022
March 2022
- Lesson with
22 slides
Geschiedenis
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
3.5: Wetenschap en techniek
July 2024
- Lesson with
18 slides
Geschiedenis
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Tijdvak 6 havo
November 2020
- Lesson with
33 slides
Geschiedenis
Middelbare school
havo
Leerjaar 4,5
6.3 Kunst
May 2023
- Lesson with
21 slides
Geschiedenis
Middelbare school
havo
Leerjaar 4