1tba 13/10: herhalen grammatica, fictiedossier

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom!

Pak alvast: leesboek, grammaticaboekje, laptop

Laptops blijven nog dicht

Deze les

Lezen

Uitleg fictiedossier (aanmaken)

Grammatica:

- opdr. 7 & 8 bespreken

Lesdoelen

• Je weet wat het fictiedossier is en hoe we ermee werken;
• Je hebt jouw fictiedossier aangemaakt.

Fictiedossier

• Elk schooljaar van de onderbouw lees je in totaal min. drie (jeugd)boeken
• Bij ieder gelezen boek maak je een verwerkingsopdracht > krijg je van mij
• De opdrachten verzamel je in jouw digitale fictiedossier
• Dit fictiedossier neem je elk jaar mee naar jouw volgende docent. Zo kan je terugkijken naar de boeken die je gelezen hebt en de verwerking ervan
• Ook jouw docent kan meekijken en weet welke boeken jij gelezen hebt
• Je leest elk jaar andere boeken en zo bouw je een mooi fictiedossier op.

Aan de slag

• Fictiedossier aanmaken
• Handleiding komt op het scherm
• Stappenplan samen RUSTIG doorlopen > PER STAP
• Pak je laptop erbij en ga naar 'mijn drive'
• Aangemaakt? Vul de gegevens van jouw eerste boek in :)

docs.google.com

Opbouwen fictiedossier

• Elke boekopdracht maak je dus in deze map
• Vanuit deze map kun je bijv. jouw opdracht inleveren via Classroom.
• Zorg dat het definitieve bestand dat je inlevert altijd in je map 'Fictiedossier Nederlands' staat
• In een volgend schooljaar deel je deze map met jouw nieuwe docent (je kunt hem dan 'ontdelen' met je oude docent).

Even opfrissen

• Welke eigenschap hebben deze zn's allebei?: rijst & liefde
• Wat is het verschil in betekenis?:
  'Ik wil een ijsje.' of 'Ik wil het ijsje.'
• Klopt de spelling van dit bn?: vergroote foto 
• 'Woerden ligt bij Utrecht.'  vz?
• 'De lokalen worden door de conciërge gecontroleerd.' vz?

Bespreken opdr. 7 & 8

• Blz. 10
• Opdr. 7: wat is het verschil? Welke zinnen hebben jullie zelf bedacht? Wat heb je geleerd?
• Opdr. 8: zn, bn, ww?

Oefenen!

• Opdracht 9 & 10, blz. 11
• Opdracht 9: geef van de onderstreepte woorden aan wat het is: zn, bn, lw, vz of ww 
• Opdracht 10: 2 zinnen maken met de genoemde woordsoorten
• Je mag samenwerken met je buur (als dit rustig kan)
• 10 minuten
• Klaar? Vul voor jezelf in het groene blok in wat je hebt geleerd, wat al goed gaat en wat je nog moet oefenen!

Vooruitblik: plenda

• Vrijdag 27 oktober het 6e uur: Ne / l / herkansing so lezen
  
• Vrijdag 3 november: Ne / l / SO gram., spelling & formuleren

Ennnn lekker lezen in de vakantie!