Voorzetsel van plaats geven aan waar iets is of in welke richting iets of iemand zich beweegt. Deze voorzetsels moet je uit je hoofd leren en toepassen.
1 / 38
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2
This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Prepositions of place
Voorzetsel van plaats geven aan waar iets is of in welke richting iets of iemand zich beweegt. Deze voorzetsels moet je uit je hoofd leren en toepassen.
Slide 1 - Slide
What prepositions do you already know?
Slide 2 - Mind map
Between = tussen 2 dingen/menen
BETWEEN = tussen 2 mensen/ dingen.
Slide 3 - Slide
The milk is IN the glass.
The milk is poured INTO the glass.
Slide 4 - Slide
Are there solar panels ON the roof?
Let's meet AT school.
Slide 5 - Slide
TOWARDS
The meteor is heading towards the earth.eee
Slide 6 - Slide
away from
the airplane is going AWAY FROM us.
Slide 7 - Slide
walking ACROSS the zebra.
driving ALONG the coast.
Slide 8 - Slide
I want it too. To get up ... ... you.
Slide 9 - Open question
and I threw us ... the flames.
Slide 10 - Open question
Throw your soul ... every open door.
Slide 11 - Open question
You start to freeze as horror looks you right ... the eyes
Slide 12 - Open question
I was lightning ... the thunder.
Slide 13 - Open question
I'd jump ... … … a train for ya (yeah, yeah)
Slide 14 - Open question
Gotta feeling that I'm going ... But I know that I'll make it out alive.
Slide 15 - Open question
I just can't get you ... ... my head, boy your love is all I think about. I just can't get you ... ...
Slide 16 - Open question
Oefening
Bij de volgende oefening kies je telkens het juiste voorzetsel van beweging. Vergeet niet naar het plaatje te kijken.