Les 2 06-09-2024 sein, haben in tt en vt

Les 2  06-09-2024
1 / 29
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Les 2  06-09-2024

Slide 1 - Slide

This item has no instructions


Herzlich Willkommen
beim Deutschunterricht

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wie wir zusammen arbeiten
  • Voor Duits heb je bij je: boek A, etui, laptop

  • We praten zoveel mogelijk in het Duits

  • We luisteren naar elkaar

  • Bij vragen steken we ons arm omhoog





Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lessonup
klascode
ejhyl







Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Klassensprache

Kann ich auf die Toilette gehen, bitte?
Darf ich zur Toilete gehen, bitte?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Klassetaal/ Klassensprache

Slide 6 - Slide

bestand uitdelen, doorsturen.
Voor de volgende les 1 tot en met 10 kennen.

Lernziele
  • Je kent de werkwoorden sein en haben in t.t. en v.t.
  • Je kent het werkwoord werden in t.t.
  • Je kent de persoonlijke voornaamwoorden in het Duits.
  • Je kunt eenvoudige zinnen maken in het Duits.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Was machen wir heute?
Startopdracht.
  • Persoonlijke voornaamwoorden in het Duits met muziek.
  • Werkwoorden sein, haben en werden vervoegen in tegenwoordige tijd met invulblad.
  • werkwoorden sein en haben in verleden tijd, uitleg
  • Eenvoudige zinnen maken in het Duits. spreekopdracht.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Personalpronomen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Personalpronomen
ik
jij
hij, zij, het
wij
jullie
zij
u
ich
du
er, sie, es
wir
ihr
sie
Sie
    I

   D

   E
  W
   I
   S

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Welke 2 Personalpronomen missen nog?
ich
du
er
sie
wir
ihr
sie

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

Verben
sein
haben
werden

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

sein
ich
bin
war
du
bist
warst
er
ist
war
sie
ist
war
es
ist
war
wir
sind
waren
ihr
seid
wart
sie
sind
waren
Sie
sind
waren
  sein

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

sein
ich
habe
hatte
du
hast
hattest
er
hat
hatte
sie
hat
hatte
es
hat
hatte
wir
haben
hatten
ihr
habt
hattet
sie
haben
hatten
Sie
haben
hatten
  haben

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie
haben
sein
bist
sind
habt
habe
bin
haben
sind
hat
hast
seid
ist
haben

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

sein
ich
werde
du
wirst
er
wird
sie
wird
es
wird
wir
werden
ihr
werdet
sie
werden
Sie
werden
 werden

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

werden
worden / zullen = werden
LET OP:
het Duitse werden heeft twee betekenissen: worden en zullen.

Het hangt van de zin af welke betekenis geldt: bijv.
Was passiert, wenn du krank wirst ?
– Wat gebeurt er als je ziek wordt ?

Du wirst es nie vergessen
– Je zult het nooit vergeten.




Slide 21 - Slide

This item has no instructions

het werkwoord 'werden'
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
werde
wirst
wird
werden
werdet
werden

Slide 22 - Drag question

This item has no instructions

Slide 23 - Video

This item has no instructions

Wir machen gerne Sätze!
1. Luister naar de tekst 
en vul de gaten in.

2. Maak zelf korte zinnen
 bij de plaatjes.

3. Zoek je partner, plaatje bij zin.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Verben konjungieren
Vul het werkblad in.

Aufgabe 1. sein oder haben, kies het juiste werkwoord en vorm.
Aufgabe 2. werden, kies de juiste vorm van werden.
Aufgabe 3. kies het juiste werkwoord en vorm.
timer
10:00

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Brettspiel sein
Groepjes van 3 a 4 leerlingen.
Elk groepje krijgt een A3 bordspel en 1 dobbelsteen.
Speel het spel, de oudste begint.
Controleer elkaar of de vervoeging van sein klopt.
timer
15:00

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Steckbrief
Du bekommst ein Blatt mit Fragen.
Beantworte die Fragen auf deutsch.

Danach das Blatt falten und an die Lehrerin abgeben.
timer
8:00

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk / Hausaufgaben
Hausaufgaben für den 13. September

kennen/leren:
1. Duitse persoonlijke voornaamwoorden met ezelsbrug
2. werkwoorden, haben, sein in tegenwoordige tijd en verleden tijd; 
3.werkwoord werden in tegenwoordige tijd.
maken
Aufgabe 7 und 8 Seite 16-17




Slide 28 - Slide

This item has no instructions


Auf Wiedersehen 

Slide 29 - Slide

This item has no instructions