Grafieken

Grafieken
1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Grafieken

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt een grafiek aflezen 

Slide 2 - Slide

Op welke dag is de stengel 1,6 cm lang?
A
Op dag 6
B
Op dag 2
C
Op dag 3
D
Op dag 9

Slide 3 - Quiz

Grafieken
Twee assen: 
  • x-as: horizontaal (van links naar rechts)
  • y-as: Verticaal (van beneden naar boven) 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Regels 
  1. Gebruik een grafiekpapier voor het maken van een grafiek; bij voorkeur millimeter papier om je grafiek te tekenen.
  2. Geef je grafiek een titel. Iemand die je grafiek bekijkt moet meteen begrijpen wat er in de grafiek wordt weergegeven.
  3. Zet op de horizontale as (X-as) de oorzaak (oftewel datgene wat je zelf gevarieerd hebt) en op de verticale as (de Y-as) het gevolg, de afhankelijke (oftewel datgene wat je gemeten hebt).
  4. Vermeld bij beide assen duidelijk de informatie
  5. Teken de meetpunten als duidelijke punten in je assenstelsel. Vaak wordt een kruisje gebruikt, zodat de punten ook zichtbaar blijven na het trekken van de lijn.
  6. Teken de lijn van de grafiek. Dit is bij de meeste proeven een vloeiende lijn, waarbij je geen liniaal gebruikt. Als de meetpunten niet mooi op 1 lijn liggen, trek je de meest logische lijn tussen de punten door. (Bij biologie heb je altijd onnauwkeurigheden in de metingen, vandaar dat je nooit honderd procent zeker bent van een meetpunt).

Slide 6 - Slide

Soorten grafieken
Staafgrafiek:
Lijngrafiek:

Slide 7 - Slide

Van de tabel een grafiek maken
  •  Zet bij elke dag een stip bij de lengte.
  • Verbind de stippen met een lijn

Slide 8 - Slide

Horizontale as van een grafiek
A
Tabel
B
Grafiek
C
X-as
D
Y-as

Slide 9 - Quiz

Een grafiek heeft
A
één as
B
Twee assen
C
Kolommen
D
Rijen

Slide 10 - Quiz

Hoe heet de as in een grafiek die van boven naar beneden gaat?
A
Horizontale as
B
Verticale as
C
Assenstelsel
D
Grafiek

Slide 11 - Quiz

Wat zie je in de grafiek?
Groei of ontwikkeling?
Of allebei?
A
groei
B
ontwikkeling
C
je ziet groei en ontwikkeling

Slide 12 - Quiz

Werken

Slide 13 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt een grafiek aflezen  

Slide 14 - Slide