Triumphus

Les 8: Triumphus
1 / 52
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Les 8: Triumphus

Slide 1 - Slide

Voor vandaag hebben jullie vertaald t/m r. 5 (mater rogat); dit gaan we bespreken met vragen in de LessonUp

Slide 2 - Slide

Lever een foto in van je vertaalde werk.

Slide 3 - Open question

 Mater sedet 
cum filio et filia
 sub columnis templi
 Castoris et Pollucis. 

Slide 4 - Slide

Waar zit moeder?
A
Castoris et Pollucis
B
sub columnis templi
C
sub columnis templi Castoris et Pollucis
D
cum filio et filia

Slide 5 - Quiz

Wat is de nom. ev. van filio?

Slide 6 - Mind map

Filius est Aulus, 
filia est Marcia.
 Initium triumphi exspectant. 
Optimos locos
5. habent. 

Slide 7 - Slide

Welke van de twee is een genitivus?
A
initium
B
triumphi

Slide 8 - Quiz

Ibi diu sedent. 
Puer et puella impatientes  sunt. 
Aulus discedere temptat. 
Mater rogat:

Slide 9 - Slide

Waarom is het erg dat het lang duurt voordat de spelen beginnen?

Slide 10 - Open question

Mater rogat:
Wat verwacht je dat er nu gaat gebeuren?

Slide 11 - Mind map

De persoonsvorm
In het Nederlands: ik loop, jij loopt, hij/zij/het loopt, wij lopen, jullie lopen, zij lopen. 
De wij, jullie, zij is ook wel nodig. Anders 'lopen.' Ja, leuk, wie?

In het Latijn: net als bij zelfstandige naamwoorden, uitgang!

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

ik laat zodadelijk een overzicht zien van persoonsvormen; werkwoorden. 
4 rijtjes; dus 4 x + 0,1 te verdelen.

Degene die als eerst een rijtje compleet in de chat typt, krijgt +0,1. 

Slide 14 - Slide

Persoonsvorm

Slide 15 - Slide

voco
vocas
vocat
vocamus
vocatis
vocant
ik roep
jij roept
hij/zij/het roept
wij roepen
jullie roepen
zij roepen

Slide 16 - Drag question

Huiswerk voor volgende week woensdag
Latijn is stampen video nog een keer kijken ;-) 

Slide 17 - Slide

Vandaag
Verder met les 8

Slide 18 - Slide

Les 8 
Mater sedet cum filio et filia sub columnis templi
 Castoris et Pollucis. Filius est Aulus, filia est Marcia.
 Initium triumphi exspectant. Optimos locos
5. habent. Ibi diu sedent. Puer et puella impatientes
 sunt. Aulus discedere temptat. Mater rogat:

Slide 19 - Slide

Waarom is Aulus ongeduldig?

Slide 20 - Mind map

Schrijf alle vormen op van de 1e pers ev +mv
‘Cur
 discedis?’ Respondet Aulus: ‘Sitio. Aquam bibere  
 cupio.’ Mater eum discedere vetat: ‘Prope me
 manere debes. Tu quoque, Marcia. Si disceditis,
10. fortasse erratis. Ingens est in via turba spectatorum.’
 Filia lacrimat. Rogat mater: ‘Cur lacrimas?’ Puella
 dicit: ‘Et ego sitio. Ambo sitimus. Siti perimus.
 Num tu, mater, aquam tecum habes? Filiam et
 filium haud bene curas!’

timer
4:00

Slide 21 - Slide

Schrijf alle vormen op van de 1e pers ev + mv

Slide 22 - Mind map

Alle 1e personen: 
enkelvoud:
sitio, cupio, sitio

meervoud: 
sitimus, perimus

Slide 23 - Slide

Schrijf alle vormen op van de 2e pers 
‘Cur
 discedis?’ Respondet Aulus: ‘Sitio. Aquam bibere  
 cupio.’ Mater eum discedere vetat: ‘Prope me
 manere debes. Tu quoque, Marcia. Si disceditis,
10. fortasse erratis. Ingens est in via turba spectatorum.’
 Filia lacrimat. Rogat mater: ‘Cur lacrimas?’ Puella
 dicit: ‘Et ego sitio. Ambo sitimus. Siti perimus.
 Num tu, mater, aquam tecum habes? Filiam et
 filium haud bene curas!’

timer
4:00

Slide 24 - Slide

Schrijf alle vormen op van de 2e pers

Slide 25 - Mind map

Alle 2e personen: 
enkelvoud:
discedis, debes, lacrimas, habes, curas

meervoud: 
disceditis, erratis

Slide 26 - Slide

De vertaling
‘Cur
 discedis?’ Respondet Aulus: ‘Sitio. Aquam bibere  
 cupio.’ Mater eum discedere vetat: ‘Prope me
 manere debes. Tu quoque, Marcia. Si disceditis,
10. fortasse erratis. Ingens est in via turba spectatorum.’
 Filia lacrimat. Rogat mater: ‘Cur lacrimas?’ Puella
 dicit: ‘Et ego sitio. Ambo sitimus. Siti perimus.
 Num tu, mater, aquam tecum habes? Filiam et
 filium haud bene curas!’

Slide 27 - Slide

Woensdag: 
vert. r. 14 t/m 17 

Slide 28 - Slide

Vandaag:
vertaald: r. 14 t/m 17 van les 8 

Slide 29 - Slide

Hoe ging het vertalen?
A
Makje!
B
Moeilijk
C
Ging best oké
D
Ik heb het overgeschreven, dus weet niet

Slide 30 - Quiz

Persoonsvorm

Slide 31 - Slide

voco
vocas
vocat
vocamus
vocatis
vocant
ik roep
jij roept
hij/zij/het roept
wij roepen
jullie roepen
zij roepen

Slide 32 - Drag question

Wat valt je op aan het werkwoord?

Slide 33 - Open question

r. 14 t/m 17 
Mater tacet. Subito servum accedere videt. Servus
 aquam situlo portat. Aquam spectatoribus vendit.
 Mater servum vocat: ‘Rogo te ad me venire, quod
 emere aquam cupimus.’ Servo pecuniam tradit.

Hoeveel 3e pers ev tel je? 

timer
1:00

Slide 34 - Slide

Hoeveel 3e pers ev tel je?
A
2
B
4
C
6
D
8

Slide 35 - Quiz

r. 14 t/m 17 
Mater tacet. Subito servum accedere videt. Servus
 aquam situlo portat. Aquam spectatoribus vendit.
 Mater servum vocat: ‘Rogo te ad me venire, quod
 emere aquam cupimus.’ Servo pecuniam tradit.

Hoeveel 1e pers tel je? 

timer
1:00

Slide 36 - Slide

Hoeveel 1e pers tel je?
A
2
B
3
C
5
D
6

Slide 37 - Quiz

Hoeveel 1e pers tel je?
A
2
B
3
C
5
D
6

Slide 38 - Quiz

r. 14 t/m 17 
Mater tacet. Subito servum accedere videt. Servus
 aquam situlo portat. Aquam spectatoribus vendit.
 Mater servum vocat: ‘Rogo te ad me venire, quod
 emere aquam cupimus.’ Servo pecuniam tradit.

Hoeveel infinitieven tel je?

timer
1:00

Slide 39 - Slide

r. 14 t/m 17 : bespreken
Mater tacet. Subito servum accedere videt. Servus

 aquam situlo portat. Aquam spectatoribus vendit.

 Mater servum vocat: ‘Rogo te ad me venire, quod

 emere aquam cupimus.’ Servo pecuniam tradit.

Slide 40 - Slide

volgende week woensdag:
 vert. t/m r. 21 

Servus feminae poculum aqua complet. Statim
20. Aulus clamat: ‘Primum ego bibo. Marcia exspectare
 debet.’ Mater recusat: ‘Immo, tu debes exspectare.

Slide 41 - Slide

Salvete omnes!

Slide 42 - Slide

Hodie
Voor vandaag hebben jullie t/m r. 21 vertaald

Slide 43 - Slide

Servo pecuniam tradit.
A
Ze overhandigt de slaaf geld
B
De slaaf overhangt geld

Slide 44 - Quiz

Waarom overhandigt ze de slaaf geld? Wat is er ook alweer aan de hand?

Slide 45 - Open question

Servus feminae poculum aqua complet
A
De vrouwen vullen de beker van de slaaf met water
B
De slaaf doet water in de beker van de vrouw
C
De slaaf vult de beker van de vrouw met water

Slide 46 - Quiz

Statim Aulus clamat:

A
Meteen roept Aulus:
B
Meteen roept hij naar Aulus:

Slide 47 - Quiz

‘Primum ego bibo
A
Hij drinkt eerst
B
Ik drink eerst
C
Jij drinkt eerst

Slide 48 - Quiz

Marcia exspectare debet.’ Mater recusat:
‘Immo, tu debes exspectare.

A
Marcia moet wachten. Moeder weigert. Integendeel, jij moet wachten.
B
Marcia moet afwachten. Moeder zwijgt. Integendeel, jij moet wachten.
C
Marcia moet wachten. Moeder stemt toe. Precies zij moet wachten.

Slide 49 - Quiz

Welk woord komt eruit?


De 1e letter van de 3e pers ev praes in r. 19
De 4e letter van de 3e pers ev praes in r. 20
De laatste letter van de 1e pers ev praes in r. 20
De 7e letter van de infinitivus praes in r. 21
De 2e letter van de 2e pers ev praes in r. 21
De 4e letter van de 3e pers ev praes in r. 21
De 4e letter van de 1e pers mv in r. 24
De laatste letter van de 3e pers ev in r. 25
De laatste letter van de 1e pers mv in r. 26





Servus feminae poculum aqua complet. Statim
20. Aulus clamat: ‘Primum ego bibo. Marcia exspectare
 debet.’ Mater recusat: ‘Immo, tu debes exspectare.
 Et tacere. Aut nihil bibis. Sorori poculum praebeo.’
 Marcia bibit. Aulus tacet, sed haud diu. Mox
 murmurare incipit: ‘Quamdiu exspectamus!
25. Quando Imperatorem videmus?’ Addit soror:
 ‘Cur hic ante initium triumphi iam sedemus?’    
Mater non respondet.

timer
6:00

Slide 50 - Slide

Welk woord komt eruit?

Slide 51 - Open question

Lezen voor morgen
Tekst op p. 40, les 9 

Slide 52 - Slide