identiteit, karaktereigenschappen, normen en waarden MBO entree

Quiz LOB
Rara wie ben ik
1 / 18
next
Slide 1: Slide
LOBMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Quiz LOB
Rara wie ben ik

Slide 1 - Slide

Wat bedoelen we met identiteit?
A
De eigenschappen die je deelt met anderen.
B
De manier waarop anderen jou zien
C
Wat jou uniek maakt, zoals je persoonlijkheid, interesses en achtergrond.
D
De regels die bepalen wat goed of slecht is.

Slide 2 - Quiz

Wat is het verschil tussen eigenschappen en karaktereigenschappen?
A
Eigenschappen zijn aangeleerd, karaktereigenschappen niet.
B
Eigenschappen gaan alleen over je uiterlijk, karaktereigenschappen over je gedrag.
C
Eigenschappen kunnen innerlijk als uiterlijk zijn, karaktereigenschappen gaan over je innerlijke kenmerken.
D
Er is geen verschil; ze betekenen hetzelfde.

Slide 3 - Quiz

Wat is een karaktereigenschap?
A
Een regel die vertelt hoe je je moet gedragen.
B
Een vast kenmerk van je persoonlijkheid, zoals geduldig of behulpzaam zijn.
C
Een eigenschap die je uiterlijk beschrijft, zoals groot of klein.
D
Een vaardigheid die je kunt leren, zoals fietsen of koken.

Slide 4 - Quiz

Wat betekent het om authentiek te zijn?
A
Iemand na-apen omdat het cool is.
B
Doen alsof je iemand anders bent om erbij te horen.
C
Jezelf zijn en trouw blijven aan je eigen waarden en overtuigingen.
D
Veranderen afhankelijk van de situatie.

Slide 5 - Quiz

Wat bedoelen we met het begrip ‘eigenschappen’?
A
Kenmerken die je hebt, zowel innerlijk (zoals aardig) als uiterlijk (zoals lang).
B
Regels die bepalen hoe je je moet gedragen.
C
Vaardigheden die je kunt aanleren, zoals zwemmen.
D
Dingen die je leuk vindt om te doen.

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Tolerantie betekent dat je de normen en waarden van iemand anders goed vindt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Wat zijn normen?
A
Persoonlijke doelen die je wilt bereiken
B
Gedragsregels die vertellen wat wel of niet mag in de maatschappij
C
Unieke eigenschappen die je persoonlijkheid vormen.
D
Je voorkeuren voor muziek en hobby’s.

Slide 9 - Quiz

Wat zijn waarden?
A
Dingen die je graag doet in je vrije tijd.
B
Belangrijke overtuigingen over wat goed, belangrijk of juist is, zoals eerlijkheid.
C
De regels die je op school moet volgen.
D
Een beschrijving van je uiterlijk

Slide 10 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een waarde?
A
Sportief zijn.
B
Vriendelijkheid.
C
Je huiswerk maken.
D
Goed kunnen tekenen.

Slide 11 - Quiz

Welke van de volgende is een voorbeeld van een norm?
A
Je vrienden helpen als ze het moeilijk hebben.
B
Respect hebben voor ouderen.
C
Je telefoon niet gebruiken tijdens de les.
D
Sportief zijn tijdens een wedstrijd.

Slide 12 - Quiz

Koffie drinken omdat je dat lekker vindt is een voorbeeld van groepsdruk
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Waarden zijn?
A
Dingen die jij als persoon of groep belangrijk vindt
B
Hetzelfde als normen
C
Regels die de wet bepaalt
D
Wat anderen belangrijk vinden

Slide 14 - Quiz

Noem zelf eens een aantal voorbeelden van waarden

Slide 15 - Open question

Normen zijn?
A
Gezondheid
B
Waarden
C
Alles in de maatschappij
D
Geschreven en ongeschreven regels

Slide 16 - Quiz

Welke norm hoort er bij de waarde:
RESPECT

Slide 17 - Open question

Welke norm hoort er bij de waarde
VRIJHEID

Slide 18 - Open question