schrijfoefeningen

schrijven P2
Doel:
  • Je kan verschillende soorten teksten schrijven
  • je kan samenwerken
  • je kan een schrijfproduct maken: een magazine
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

schrijven P2
Doel:
  • Je kan verschillende soorten teksten schrijven
  • je kan samenwerken
  • je kan een schrijfproduct maken: een magazine

Slide 1 - Slide

Maar eerst wat oefenen!
Bekijk het schilderij op de volgende dia.
1. Kies een personage uit het schilderij uit.
2. Verplaats jezelf in dat personage en vraag jezelf het volgende af:
  • wie ben ik?
  • wat zie ik?
  • wat doe ik?
  • wat voel ik?
  • wat ruik ik? 
  • Hoe heet ik?     

Slide 2 - Slide

Schrijf een kort verhaal met het gekozen personage vanuit een ik-perspectief.
Het speelt zich op een boeren bruiloft af.

Schrijf in korte zinnen, soms afgewisseld met een samengestelde zin.
Let op spelling en leestekens!

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Welke emotie wil de schrijver oproepen?
  1. een toespraak op een begrafenis?
  2. een sketch van een cabaretier?
  3. een misdaadroman?

    -> Wat is het verschil tussen een amuserende tekst en een informerende tekst? 

Slide 5 - Slide

schrijfoefening 2
Doel:
  • Je kan de lezer boeien met jouw verhaal.
  • Je kan duidelijke zinnen formuleren.

Slide 6 - Slide

Wat is het verschil tussen tekst 1 en tekst 2?
  1. Ik fiets naar school. Het regent buiten. Het eerste uur heb ik Frans.

  2.  Hijgend fiets ik naar school. De ijskoude regen bezorgd me rillingen, terwijl ik mijn hart in mijn keel voel bonzen. Straks is het zover: het eerste uur Frans.

-> Herschrijf  tekst 2 tot het begin van een vrolijk verhaal.
timer
2:00

Slide 7 - Slide

lesboek blz. 42 
Hoe kan je de lezer boeien?

Slide 8 - Slide

maak opdr. 3a + b en 4a + b
in 5 minuten
timer
5:00

Slide 9 - Slide

Pak jouw verhaal van vorige week erbij.
Pas de eerste vijf zinnen van jouw tekst aan door hem meer te laten 'leven' door:
1. voorbeelden te gebruiken
2. vergelijkingen te maken


-> zie blz. 42

Slide 10 - Slide

duidelijk taalgebruik - blz. 38
Lees goed mee!
Bekijk nu weer jouw tekst en pas je zinnen aan tot duidelijke zinnen.
timer
8:00

Slide 11 - Slide

HW:
Maak opdr. 1 t/m 3 van blz. 38/39

Slide 12 - Slide

afsluiter
Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 13 - Slide