,

13. Samentrekking

Wat gaan we vandaag doen?
  1. Gedicht (5 minuten)
  2. Uitleg samentrekkingen (10 minuten)
  3. Zelf aan de slag (rest van de les)
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wat gaan we vandaag doen?
  1. Gedicht (5 minuten)
  2. Uitleg samentrekkingen (10 minuten)
  3. Zelf aan de slag (rest van de les)

Slide 1 - Slide

Samentrekking
Als je in een (samengestelde) zin dezelfde (delen van) woorden of zinsdelen twee keer voorkomen, kun je die woorden meestal een van beide keren weglaten. Dat heet samentrekking. Door identieke (delen van) woorden of zinsdelen weg te laten, kun je korter formuleren.

Slide 2 - Slide

Het weglaten kan op drie niveaus:

- woordniveau
- woordgroepniveau
- zinsniveau

Slide 3 - Slide

woordniveau

Hier ligt een stapel studieboeken en -schriften.

Je laat een woorddeel weg: studie.

Slide 4 - Slide

woordgroepniveau

Hier ligt een stapel met oude en nieuwe kleren.

Je laat één of meerdere woorden binnen een zinsdeel weg: kleren

Slide 5 - Slide

zinsniveau

Hier ligt een stapel boeken en daar ook.

Je laat één of meerdere zinsdelen weg: ligt - een stapel boeken

Slide 6 - Slide

achterwaarts en voorwaarts

Bij een voorwaartse samentrekking staan alle woorden voor in de zin.

Bij een achterwaartse samentrekking staan alle woorden achter in de zin.


Slide 7 - Slide

soorten samentrekking
1) Voorwaartse samentrekking = je noemt het gezamenlijke deel in het eerste deel van de samentrekking en verderop laat je het weg. 
                                              Een eerdere versie en een latere (-) . 
                                              Een goedkope armband en een dure (-).

2) Achterwaartse samentrekking = je noemt het gezamenlijke deel in het tweede deel van de samentrekking en eerder laat je het weg.
                                         Een nationaal [-] en internationaal overleg.
                                         In voor- en in tegenspoed.

Slide 8 - Slide

Samentrekking op 3 niveaus 
  1.  woordniveau -  op de plaats van het samengetrokken woorddeel wordt een streepje geschreven:   (voorwaarts)boekenschrijvers en -lezers; (achterwaarts) honden- en kattenhotel. 
  2. woordgroepniveau - binnen een woordgroep worden één of meer hele woorden weggelaten: (voorwaarts) uitwonende broers en (-) zussen:  (achterwaarts) brede (-) en smalle straten.
  3. zinsniveau -één of meer zinsdelen die twee keer voorkomen, worden weggelaten: (voorwaarts) Jeroen gaat op de fiets en Tamara (-) op de scooter. (achterwaarts)  Wij schaatsten (-) en onze kinderen sleeden in die strenge winter elke dag. 

Slide 9 - Slide

ZELFSTANDIG WERKEN
Wat:
Maak opdracht 1 t/m 6 bij Cursus 5, paragraaf 3
Hoe:
In de online methode
Hulp:
Theorie bij cursus 5, paragraaf 3
Tijd:
20 minuten, eerste 10 minuten in stilte.
Klaar:
Bekijk de theorie van cursus 6, paragraaf 2 alvast.
timer
10:00

Slide 10 - Slide