7.2 Energie

Energie
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Energie

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je hebt geleerd wat eetgewoonten zijn
  • Je weet het verschil tussen voedingsmiddelen en voedingsstoffen
  • Je kunt de drie groepen waarin voedingsstoffen verdeeld worden noemen
  • Je kunt vertellen wat je moet doen om gezond te eten

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Energie
  • Energie heb je elk moment van de dag nodig
  • Je hebt meer energie nodig als je beweegt
  • Spieren werken harder tijdens inspanning
  • Energie wordt gebruikt om warm te blijven

Slide 4 - Slide

Waar haal ik energie vandaan?
Energie komt uit energierijke stoffen
Koolhydraten en vetten

Koolhydraten zijn zetmeel en suikers

Slide 5 - Slide

Noem een voedingsmiddel waar zetmeel in zit

Slide 6 - Open question

Voedingsmiddel
Iets wat je kan eten.
Op de verpakking staat hoeveel energie het voedingsmiddel bevat

Slide 7 - Slide

Etiket

Slide 8 - Slide

Hoeveel kilojoule bevat dit product per 100 gram?

Slide 9 - Open question

Hoeveel kilocalorieën bevat dit product per 100 gram?

Slide 10 - Open question

Hoeveel energie heb je nodig?
Hangt af van:
  1. Activiteit
  2. Leeftijd
  3. Geslacht

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

BMI

Slide 13 - Slide

overgewicht
ondergewicht 

Slide 14 - Slide

Bereken je eigen BMI
gewicht : lengte2

Slide 15 - Slide

Vetten

Slide 16 - Slide

Vetten
Iedereen heeft vetten nodig
circa 80 gram per dag
Energierijke stof en bouwstof

Slide 17 - Slide

verzadigde vetten (ongezond)
onverzadigde vetten ( gezond)

Slide 18 - Slide

Cholesterol
Vetachtige stof die je lichaam gebruikt om nieuwe cellen te maken
Maak je zelf in de lever
Klein gedeelte komt binnen via voeding

Slide 19 - Slide

Cholesterol vernauwt bloedvaten

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Cholesterol en een hoge bloeddruk

Hart moet harder pompen om door de vernauwde bloedvaten te komen
Bloeddruk wordt hierdoor hoger
Je hart slijt sneller

Slide 23 - Slide

Suikers
250 gram koolhydraten per dag nodig
Niet alleen maar suikers!
Slecht gebit > tandbederf of cariës
Suiker wordt omgezet naar zuur

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Aan de slag
Lees paragraaf 7.2
Maak de opdrachten die bij paragraaf 7.2 horen. 
(Maken opdracht 3 t/m 15 )
Opdr. 9, 10 en 12 mag je overslaan 

Slide 26 - Slide