E.H.B.R. deel 4 en 6

Deel 4 en 5
1 / 18
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Deel 4 en 5

Slide 1 - Slide

Wat leer je?
  • Een aantal tips om meer grip te krijgen op complexe rekenopgaven
  • rekenen aan reactiesnelheid

Slide 2 - Slide

Programma
  • Wat zijn complexe rekenopgaven en een aantal tips
  • Eén samen doen/Zelf oefenen aan de hand van opgaven
  • Afsluiting

Slide 3 - Slide

Aan de slag 
Eerst examenopgaven van gisteren afmaken 
daarna werken aan weektaak
Vandaag drie opties:
Optie 1

Zelf aan de slag met rekenopgaven of examen 2023-I
(in stilte tot optie 2 en 3 ook zelf bezig zijn)


Optie 2

Meedoen met de uitleg

Daarna zelf aan de slag met de opgaven

Optie 3

Meedoen met de uitleg

Meedoen met verlengde instructie

Daarna zelf aan de slag met de opgaven


Slide 4 - Slide

Rekenopgaven in examen 
  1. pH, pOH, [H+], [OH-
  2. reactiewarmte (in online examenbundel 'Energie')
  3. molrekenen
  4. reactiesnelheid
  5. groene chemie (rendement, E-factor, atoomeconomie)
  6. complexe rekenopgaven


--> 2, 3 en 6 zitten altijd in het examen, 1 en 5 meestal, 4 soms 
--> 1 t/m 5 zijn (vrijwel volledig) voor te bereiden, 6 deels

Slide 5 - Slide

Complexe rekenopgaven

Slide 6 - Slide

Complexe rekenopgaven

Slide 7 - Slide

Tips
  • Geen paniek! Heel vaak kun je een aanknopingspunt vinden
  •  Kijk naar de eenheden
  • Vaak moet je iets doen met molrekenen --> bereken molmassa's van stoffen!
  • Heel veel oefenen...
  • Voor significantie vaak een punt, ook bij onzinberekening

Slide 8 - Slide

Opgave samen doen?

Slide 9 - Slide

reactiesnelheid

Slide 10 - Slide

Reactiesnelheid bepalen
a. Bereken de reactiesnelheid tussen 0 en 80 minuten. 

Slide 11 - Slide

Reactiesnelheid bepalen
a. Bereken de reactiesnelheid tussen 0 en 80 minuten.

 
reactiesnelheid= 100 mL/ 80 min
= 1,25 mL/min

Slide 12 - Slide

Andere eenheden voor reactiesnelheid

Naast mL min-1 kom je ook mol s-1 en mol L-1 s-1 vaak tegen.
(welke eenheid is afhankelijk van de situatie)  

Slide 13 - Slide

Reactiesnelheid bepalen
b. Hoeveel mL gas is er gevormd tussen t=20 en t=80 minuten?
 

Slide 14 - Slide

Reactiesnelheid bepalen
b. Hoeveel mL gas is er gevormd tussen t=20 en t=80 minuten?
 
aantal mL gas = 100-24 = 76 mL

Slide 15 - Slide

Reactiesnelheid bepalen
c. Na hoeveel seconden stopt de reactie? Hoe zie je dit in de grafiek? 

Slide 16 - Slide

Reactiesnelheid bepalen
c. Na hoeveel seconden stopt de reactie?Hoe zie je dit in de grafiek? 
Na 120 seconden stopt de reactie. Vanaf dat punt loopt de grafiek horizontaal. Dat betekent dat er geen gas meer bijkomt en er dus geen reactie meer plaatsvindt

Slide 17 - Slide

Hoe goed snap je de lesstof tot zover?
Vul hiervoor een emojikaartje in.

Slide 18 - Slide