Geef per afbeelding aan of er sprake is van formeel of informeel taalgebruik en geef aan welke taalvariant er waarschijnlijk wordt gesproken.
Kies uit Standaardnederlands, dialect, taal met vakjargon of straattaal. Soms zijn er meerdere antwoorden mogelijk,
licht daarom je antwoord toe.
formeel/informeel. Variant:……………………………., want