H3A H4§1 Standaardnederlands

H3A H4§1 Standaardnederlands
Blz. 92
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H3A H4§1 Standaardnederlands
Blz. 92

Slide 1 - Slide

Na deze les:
-Weet je het verschil tussen Standaardnederlands en dialect
-Weet je hoe het Standaardnederlands is ontstaan
-Weet je het verschil tussen dialect en streektaal

Slide 2 - Slide

Noteer!
-Germaans= taal gesproken rond begin jaartelling Scandinavië/Noord Europa
-ABN= Algemeen Beschaafd Nederlands (nu Standaardnederlands)
-Standaardnederlands= wat je op school leert en in de media ziet/hoort
-Dialect= streekgebonden variant van taal lijkend op Standaardtaal
-Streektaal= streekgebonden variant erkend door overheid
-

Slide 3 - Slide

Noem drie Germaanse talen.
A
Nederlands, Frans, Duits
B
Nederlands, Duits, Noors
C
Italiaans, Fins, Duits
D
Nederlands, Duits, Koreaans

Slide 4 - Quiz

Wat is de betekenis van de afkorting ABN
A
Alles Behalve Normaal
B
Algemeen Beschaafd Nederlands
C
Aangepast Begrijpbaar Nederlands
D
Algemeen Basis Nederlands

Slide 5 - Quiz

In Friesland spreken mensen Fries, is dat een streektaal of een dialect.
A
Streektaal
B
Dialect
C
Vlaams
D
Frans

Slide 6 - Quiz

Wat is een dialect?
A
Een taal die alleen op school gesproken wordt.
B
Een taal die jongeren op straat spreken.
C
Een taalvariant die in een deel van bijv. Nederland wordt gesproken.
D
Een taal die alleen door de koninklijke familie wordt gesproken.

Slide 7 - Quiz

Aan de slag
-Opdracht 1 (met buur)
-Opdracht 2 (klassikaal)

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Huiswerk= Opdracht 3
-Vraag 3 mail je naar mij: rekha.corbeek@aloysiusstichting.nl voor woensdag 6e uur (= volgende les)

Slide 10 - Slide