Als je een brood bakt, gelden vaste verhoudingen tussen de beginstoffen, zie figuur 3.20. Dit is de
massaverhouding
. Heb je maar 400 g meel, dan pas je de hoeveelheden van de andere stoffen evenredig aan. Hiervoor gebruik je een verhoudingstabel. Je berekent de nieuwe hoeveelheden van alle stoffen. Hoe je dat doet, zie je in de tabel in figuur 3.21.
In voorbeeld 1 zie je hoe je met massaverhoudingen rekent.