Het vermogen om hulpbronnen in te zetten om bepaalde doelstellingen te bereiken
en
de handelingsmogelijkheden van anderen te beperken of te vergroten
Slide 5 - Slide
Machtsbronnen
1. Affectieve: emotie
bijvoorbeeld: kind dat zeurt om een snoepje
2. Cognitieve: kennis
bijvoorbeeld: OMT
3. Economische: geld of schaarse goederen
bijvoorbeeld: bedrijf dat een ander bedrijf opkoopt
4. Politieke: wet- en regelgeving
bijvoorbeeld: maximum snelheid 100
Informeel versus formeel
Slide 6 - Slide
Institutie???
Slide 7 - Slide
Institutie
Is er voor om er voor te zorgen dat mensen zich aan de norm houden = gedrag reguleren
Kan uit regels bestaan, maar soms ook informeel
Voorbeelden: kerst en het huwelijk
Slide 8 - Slide
Politieke institutie
Complex van min of meer geformaliseerde regels die het gedrag van mensen en hun onderlinge relaties rond politieke machtsuitoefening en politieke besluitvorming reguleren.