Jenny neemt een doorlopend krediet met een limiet van Awg. 5.000. Ze leent direct Awg. 3000,-.
a. Welk bedrag betaalt ze dan per maand?
b. Hoeveel schuld heeft ze nog over?
c. Jenny mag voor Awg. 5.000,- in rood staan. Hoeveel mag zij dus weer opnieuw lenen bij de bank?
a. Welk bedrag betaalt ze dan per maand?
Awg. 125,-
b. Hoeveel schuld heeft ze nog over?
Awg. 3000-Awg.125=2.875,-
c. Jenny mag voor Awg. 5.000,- in rood staan. Hoeveel mag zij dus weer opnieuw lenen bij de bank?
5.000-2.875=2.125,-