What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Opfrisles leesvaardigheid examenklassen
NEDERLANDS
1 / 29
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
This lesson contains
29 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
NEDERLANDS
Slide 1 - Slide
Leesvaardigheid
Wat weten jullie nog?
Slide 2 - Slide
Tekstverbanden en signaalwoorden
Slide 3 - Slide
Tegenstelling
A
eerst, dan, daarna, toen, vroeger, voordat, ten slotte
B
zo, bijvoorbeeld, zoals, neem nou, ter illustratie, u kent het wel, ter verduidelijking
C
daarbij komt, vooral ook, omdat
D
maar, echter, niettemin, toch, desondanks, daarentegen, hoewel, toch, tenzij
Slide 4 - Quiz
Reden/verklaring
A
ten eerste…, overigens, nog afgezien van, trouwens
B
net als, zoals, evenals, vergeleken met
C
daarbij komt, vooral ook, omdat
D
daarom, want, omdat, dus, immers, namelijk, dat blijkt uit, hierom, derhalve ,daarom
Slide 5 - Quiz
Vergelijking
A
daarom, want, omdat, dus, immers, namelijk, dat blijkt uit, hierom, derhalve ,daarom
B
net als, zoals, evenals, vergeleken met
C
als, indien, wanneer, in het geval, mits
D
daarom, want, omdat, dus, immers, namelijk, dat blijkt uit, hierom, derhalve ,daarom
Slide 6 - Quiz
argumentatie voor argumenten die andere argumenten verdedigen
A
want, namelijk, omdat
B
en, ook, tevens, bovendien, daarnaast, ten eerste,
C
dus, daarom, dat houdt in, concluderend, slotsom
D
om ... te, door te, opdat, door middel van, daarmee, daartoe, teneinde, met als doel
Slide 7 - Quiz
om ... te, door te, opdat, door middel van, daarmee, daartoe, teneinde, met als doel
A
Voorwaarde
B
argumentatie voor argumenten die andere argumenten verdedigen
C
Doel / middel
D
Conclusie
Slide 8 - Quiz
kortom, samenvattend, samengevat, met andere woorden, al met al
A
Voorwaarde
B
argumentatie voor argumenten die horen bij andere argumenten
C
Doel / middel
D
Samenvatting
Slide 9 - Quiz
door(dat), daardoor, ... had tot gevolg, wegens
A
argumentatie: voor het standpunt
B
Oorzaak / gevolg
C
Doel / middel
D
Samenvatting
Slide 10 - Quiz
want, namelijk, omdat
A
oorzakelijk verband
B
redengevend verband
C
doel-middel verband
D
concluderend verband
Slide 11 - Quiz
Functie- en signaalwoorden
Slide 12 - Slide
Aanbeveling
A
de schrijver beschrijft hoe een bepaalde theorie in de praktijk wordt toegepast
B
de schrijver geeft aan wat hij wil bereiken
C
de schrijver toont aan dat een bewering of argumentatie niet juist is
D
de schrijver komt tot een goede raad of goed advies, meestal aan einde artikel
Slide 13 - Quiz
Constatering
A
de schrijver verkondigt zijn mening (Stelling)
B
de schrijver geeft, op het eind van een tekst of tekstgedeelte, in het kort het belangrijkste weer
C
de schrijver stelt iets vast, merkt iets op
D
omstandigheid die de schrijver ertoe beweegt zijn tekst te schrijven
Slide 14 - Quiz
Verklaring
A
de schrijver geeft antwoord op een eerder gestelde vraag
B
de schrijver stelt, meestal in de inleiding, de hoofdvraag die hij in de rest van zijn artikel wil beantwoorden
C
de schrijver legt uit hoe een bepaald verschijnsel is ontstaan
D
de schrijver geeft voorbeelden of nadere uitleg om zijn opvattingen te verduidelijken
Slide 15 - Quiz
Toelichting
A
de schrijver geeft voorbeelden of nadere uitleg om zijn opvattingen te verduidelijken
B
de schrijver ontkent de juistheid van een bewering
C
de schrijver geeft de voornaamste kenmerken van een verschijnsel
D
de schrijver geeft aan waardoor iets geworden is zoals het is
Slide 16 - Quiz
de schrijver toont aan dat een bewering of argumentatie niet juist is
A
Uitwerking
B
Weerlegging / tegenargument
C
Bewering
D
Conclusie
Slide 17 - Quiz
de schrijver probeert de juistheid van een stelling of theorie aan te tonen met feiten
A
Bewijs(voering)
B
Tegenwerping / tegenargument
C
Theorie
D
Argument
Slide 18 - Quiz
de schrijver geeft aan waarom hij iets vindt
A
Gevolgen
B
Toepassing
C
Bewering
D
Argument
Slide 19 - Quiz
Drogredenen
Slide 20 - Slide
Het examen Nederlands zal wel makkelijk zijn, dat was het vorig jaar ook.
A
Vertekenen van een standpunt
B
Persoonlijke aanval
C
Overhaaste generalisatie
D
Verkeerde vergelijking
Slide 21 - Quiz
Ik heb geen zin in eten want ik heb geen trek
A
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie.
B
Cirkelredenering
C
Drogreden van het hellend vlak
D
Ontduiken bewijslast
Slide 22 - Quiz
Wat weet een dronkenlap als jij van politiek?
A
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie.
B
Ontduiken bewijslast
C
Op-de-man-spelen of persoonlijke aanval
D
Vals dilemma
Slide 23 - Quiz
"Je bent óf voor vrij wapenbezit, óf je bent tegen de grondwet."
A
Cirkelredenering
B
Vals dilemma
C
Ontduiken bewijslast
D
Verkeerde autoriteit
Slide 24 - Quiz
Algemene vragen
Slide 25 - Slide
Correcte notitie van een citaat.
A
Waarom ... gedachte. (regels 6-7)
B
"Waarom zou .. achterhaalde gedachte."(regels 6-7)
C
Waarom zou ... achterhaalde gedachte. (regels 6-7)
D
"Waarom zou ... achterhaalde gedachte."(regels 6-7)
Slide 26 - Quiz
Wat is een synoniem voor expliciet?
A
nadrukkelijk
B
streven naar
C
uitdrukkelijk
D
duidelijk
Slide 27 - Quiz
Een kort herkenbaar verhaaltje waar het onderwerp in naar voren komt. Dat is een...
A
bewering
B
weerlegging
C
definitie
D
anekdote
Slide 28 - Quiz
Wat is een vooronderstelling?
A
Een hypothese, opvatting die je nog moet bewijzen.
B
Een discriminerende opmerking.
C
Een bedenking of bezwaar.
D
Voorafgaande beperking. Wat eerst moet gebeuren.
Slide 29 - Quiz
More lessons like this
Examen herhaling
March 2021
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
CMC CE
May 2020
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Oefenen begrippen examen
December 2022
- Lesson with
39 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Examentraining 5H
April 2022
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Examentraining 5H
March 2023
- Lesson with
42 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Examentraining 5H
March 2022
- Lesson with
54 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
3gym - NN H3 Lezen argumentatie
November 2022
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
5A Theorie 4 argumentatiestructuur nieuw
January 2024
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 5