stofwisseling periode 6

AFP
Stofwisseling en hormonen

1 / 37
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

AFP
Stofwisseling en hormonen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welke orgaanstelsels nemen allemaal deel aan de stofwisseling?

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

Op welke twee manieren kunnen verbrandingsprocessen plaatsvinden?

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Macrostofwisseling
Bij de macrostofwisseling zijn van belang:
  • spijsverteringskanaal
  • bloedsomloop
  • ademhalingswegen
  • nieren
  • urinewegen
  • huid

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Hoe hoog is je normale lichaamstemperatuur?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Waar in je lichaam vindt de regeling van je lichaamstemperatuur plaats?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Wat is het afvalproduct van de nieren?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Energieleverantie
Om energie te krijgen zijn er ingewikkelde processen:
Opnemen van voedingsstoffen
Verbranden
Verteren
Uitscheiding

De energie die vrijkomt bij stofwisselingsprocessen komt voor een groot gedeelte door warmte vrij (lichaamstemperatuur) en als energieverbindingen die in de cellen worden opgeslagen als energierijk 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Waardoor kan je lichaamstemperatuur stijgen en waardoor dalen?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Waarvoor dienen voedingsstoffen?
A
als afvalstof
B
als bouwstof en brandstof
C
alleen als bouwstof
D
alleen als brandstof

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Lichaamstemperatuur
  • warmteproductie en warmteafgifte zorgen voor je lichaamstemperatuur.
  • lichaamstemperatuur kan stijgen en dalen. 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Op welke manier vindt er stofwisseling plaats in de huid?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Water evenwicht
  • 70% van je lichaam bestaat uit water.
  • er is sprake van een evenwicht als de opname en afgifte van water in balans is.
  • Water wordt dus opgenomen en afgegeven door je lichaam

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Op welke manier verlaat water het lichaam?
A
als urine, in ontlasting en zweet
B
als urine, zweet en waterdamp
C
als waterdamp, in ontlasting, zweet
D
Urine, waterdamp, zweet en in ontlasting

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Wat is de belangrijkste energie bron voor je lichaam?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Wat is het afvalproduct van de longen?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Soorten stofwisseling
  • Macro stofwisseling = de uitwisseling van stoffen tussen ons lichaam en de omgeving
  • Celstofwisseling = vindt in het lichaam zelf plaats tussen de cellen onderling 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Katabolisme en anabolisme
Als je meer spiermassa op wilt bouwen zijn twee processen van belang: katabolisme en anabolisme. 
Anabolisme is het opbouwen van spiermassa en katabolisme is het afbreken van spiermassa door training, te weinig rust of slechte voeding.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

opbouw en afbraak
Opbouw van cellen is assimilatie
Afbraak van cellen is dissimilatie

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Wat is anabolisme?
A
stofwisseling voor de opbouw
B
stofwisseling voor de afbraak
C
is hetzelfde al metabolisme

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Celstofwisseling
Doel = produceren van energie
 
  • Deze energie stelt cellen in staat om arbeid te leveren, elke cel naar zijn eigen aard. 
  • Energie wordt in de cel gevormd door verbranding van voedingsstoffen (Kachel).
Voor de verbranding zijn voedingsstoffen en zuurstof nodig. 

Bij verbranding komt energie en warmte vrij; afvalstoffen worden aan extracellulaire vloeistof afgegeven, waarnaar het verder door het bloed afgevoerd wordt.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Enzymen
Een enzym is een eiwit met een katalytische (afbreken)functie: het kan een chemische reactie in en buiten cellen versnellen zonder daarbij zelf verbruikt te worden. Hierdoor kan een enzym zijn rol steeds opnieuw vervullen en kunnen celprocessen constant blijven draaien.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Hormoonklieren
Zijn klieren die hormonen aan het bloed afgeven. Een hormoonklier heeft ten opzichte van een 'gewone' klier geen afvoerbuis. Vandaar dat de hormonen in het bloed terechtkomen in plaats van buiten het lichaam.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

anabolen zijn chemische varianten van hormonen. maar van welke hormonen
A
oestrogeen
B
adrenaline
C
testosteron
D
eicosanoïden

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

welke hormoonklieren ken je?

Slide 27 - Mind map

This item has no instructions

Functie hypofyse
De hypofyse is een kleine klier (kleiner dan 1 cm) gelegen onderaan de hersenen, achter de neus en neusbijholten. Zoals elke klier maakt de hypofyse hormonen en geeft die af aan het bloed.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

GH (groeihormoon) stimuleert de celgroei en cel indeling bij kinderen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Wat bedoeld men met vetreserve?

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Hoe heet het mannelijke hormoon?
A
Oestrogeen
B
Serotonine
C
Adrenaline
D
Testosteron

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Welk hormoon worden in je bijnieren aangemaakt?
A
Testosteron
B
Insuline
C
Adrenaline
D
Groeihormoon

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Door naar vrolijke muziek te luisteren komt er een hormoon vrij in de hersenen, welk hormoon is dat?
A
oxytocine
B
endorfine
C
morfine
D
dopamine

Slide 33 - Quiz

Endorfine is het ‘gelukshormoon’. Het geeft een gevoel van euforie terwijl het pijn onderdrukt. Daarom bestaat er zoiets als een ‘runnershigh’. Hardlopers die door hun pijngrens heengaan vliegen bijna. Kleinere hoeveelheden worden vrijgegeven tijdens lachen, huilen en het eten van pittig eten. Ook het variëren van je work-out oefeningen kan endorfine oproepen
Hoe heet het vrouwelijke hormoon?

A
Oestrogeen
B
Testosteron
C
Serotonine
D
Adrenaline

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Is Insuline een hormoon?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Insuline
Insuline is een hormoon. Hormonen zijn stofjes die de verschillende processen in het lichaam regelen. Insuline regelt de glucosestofwisseling, en speelt een rol bij de vetstofwisseling. 

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Lesbrief AFP periode 6 week 3

Slide 37 - Slide

This item has no instructions