Herhalingsquiz H2 Wereldbeeld

Donderdag 14 november SE
  • Nog 3 lessen om voor te bereiden
  • Vandaag: Quiz over §1  tm §3

Daarna: Tijd om zelfstandig te leren voor het SE 
Test jezelf (online) / examentraining /  samenvatting
1 / 38
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Donderdag 14 november SE
  • Nog 3 lessen om voor te bereiden
  • Vandaag: Quiz over §1  tm §3

Daarna: Tijd om zelfstandig te leren voor het SE 
Test jezelf (online) / examentraining /  samenvatting

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

§1 Patronen: welvaart en welzijn

Slide 3 - Slide

Op welke 2 manieren meet je welvaart?

(2 antwoorden goed)
A
Bbp per hoofd
B
Verdeling van de beroepsbevolking
C
Het percentage % werklozen in een land
D
Hoeveel mensen erin een land naar school zijn gegaan

Slide 4 - Quiz

Maak de regel af: ''Hoe armer een land, hoe ...''
A
meer mensen erin de industrie werken
B
meer mensen erin de dienstensector werken
C
meer mensen erin de landbouw sector werken
D
minder mensen erin de landbouw sector werken

Slide 5 - Quiz

Aan het gebruik van het Bbp/hoofd als maatstaf voor de welvaart zitten niet alleen voordelen maar ook 3 nadelen. Welke 3 zijn dit?

(3 antwoorden goed)
A
De allerarmsten worden niet meegenomen in de berekening hiervan
B
Verschil in waarde dollar
C
Informele sector telt niet mee
D
Bbp is gemiddeld inkomen, versluiert verschillen in sociale & regionale ongelijkheid

Slide 6 - Quiz

Wat valt onder de informele sector?

(2 antwoorden goed)
A
Elke zaterdagavond bijverdienen in de kroeg, de baas drukt na sluitingstijd €50 in je hand
B
Werken als caissière bij de PLUS. Je bent vorige week aangenomen voor een periode van 12 maanden
C
Je verkoopt hotdogs op straat op Times Square NYC. Je betaalt 30% belasting over je gemaakte winst
D
In de keet van jou & vrienden verkopen jullie op een goede avond voor €200 bier, cola BB, wijn & flügel

Slide 7 - Quiz

§2 Patronen: Bevolkingsspreiding

Slide 8 - Slide

Over welke soort urbanisatie ... gaat de onderstaande omschrijving?

''In Nigeria groeit het aantal stedelingen dagelijks met 5.000 inwoners, dat gaat best snel!''
A
Urbanisatiegraad
B
Urbanisatietempo

Slide 9 - Quiz

Kies het juiste antwoord bij de onderstaande omschrijving:

''In Hong Kong wonen er 1.500 mensen per km2''
A
Bevolkingsspreiding
B
Urbanisatiegraad
C
Urbanisatietempo
D
Bevolkingsdichtheid

Slide 10 - Quiz

Wat is een pullfactor aan de VS voor immigranten uit Mexico?
A
Werkgelegenheid
B
Armoede in de 'hood'
C
Woningnood
D
Laag opleidingsniveau

Slide 11 - Quiz

Wat is een pushfactor voor emigranten die willen vertrekken uit Mexico?

(meerdere antwoorden goed)
A
Oorlog
B
Bendegeweld
C
Mislukte oogsten
D
Gebrek aan inkomen

Slide 12 - Quiz

§3 Patronen: De culturele wereldkaart

Slide 13 - Slide

Cultuur gaat over ideëen, overtuigingen en gebruiken die een groep heeft.
Noem 3 hoofdgroepen die een cultuur kenmerken
(3 antwoorden goed)
A
Verstand: taal & geloof
B
Manier van samenleven: wetten & opvoeding
C
Politiek: Vorm van rechtstaat en politieke voorkeuren
D
Omgang: feestdagen, gebruiken en ongeschreven regels

Slide 14 - Quiz

Hoe noem je het verspreiden van een cultuurgebied vanuit een kerngebied?
A
Diffusie
B
Acculturatie

Slide 15 - Quiz

Hoe kan het dat wij in Nederland foe yong hai & loempia's eten?

(1 antwoord goed)
A
Handel
B
Migratie
C
Toerisme
D
Moderne media

Slide 16 - Quiz

Hoe kan het Christendom over de hele wereld verspreid zijn?

(3 antwoorden goed)
A
Moderne media
B
Verovering
C
Kolonialisme
D
Handel

Slide 17 - Quiz

Donderdag 14 november SE!
  • Nog 2 lessen 
  • Vandaag: Quiz §4 tm §6

Daarna: Zelfstandig leren voor SE 
Test jezelf (online) / Examentraining blz. 76 /  samenvatting

Slide 18 - Slide

§4 Samenhang: ontwikkeling en werk

Slide 19 - Slide

In welke 3 groepen kun je het wereldsysteem in opdelen?

(3 antwoorden goed)
A
Semiperiferie
B
Centrumperiferie
C
Periferie
D
Centrum

Slide 20 - Quiz

Stelling:

''Een land dat voornamelijk werkt in de secundaire industrie (fabrieken) behoort vaak tot de semiperiferie''.
A
Eens
B
Oneens

Slide 21 - Quiz

Welke 2 externe factoren zorgen voor een lage ontwikkeling zijn in Mexico?
A
Centrum-periferie model
B
Koloniale verleden
C
Droogte in het land
D
Corruptie

Slide 22 - Quiz

Welke 2 interne factoren zijn de oorzaak van een lage ontwikkeling in Mexico?
A
Centrum-periferie model
B
Koloniale verleden
C
Droogte in het land
D
Corruptie

Slide 23 - Quiz

Maak de zin af: ''Hoe rijker het land, hoe meer mensen er in de ... werken''
A
landbouw
B
diensten
C
fabrieken
D
kantoorpanden

Slide 24 - Quiz

§5 Samenhang: ontwikkeling en bevolkingsgroei

Slide 25 - Slide

Een arm land als Niger
zit in ..... van het demografisch
transitiemodel
A
het einde van fase 1
B
het einde van fase 2
C
het einde van fase 3
D
het einde van fase 4

Slide 26 - Quiz

2 beweringen over de groei van de
wereldbevolking tussen 1970 en 2015:
1. De relatieve groei van de wereldbevolking neemt af
2. De absolute groei van de wereldbevolking neemt toe

A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, bewering 2 is juist

Slide 27 - Quiz

Welk antwoord verklaart de natuurlijke bevolkingsgroei vanuit de demografische dimensie?
A
een laag opleidingsniveau
B
armoede
C
een jonge leeftijdsopbouw

Slide 28 - Quiz

Welke fase van het transitiemodel is dit?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 29 - Quiz

In de opkomende economieën is er bij de demografische druk vooral sprake van
A
vergroening
B
vergrijzing

Slide 30 - Quiz

§6 Samenhang: ontwikkeling en verstedelijking

Slide 31 - Slide

Welk antwoord is GEEN oorzaak van de groei van de steden in de derde wereld
A
urbanisatie
B
suburbanisatie
C
uitbreiding van de stad
D
natuurlijke bevolkingsgroei

Slide 32 - Quiz

2 beweringen
1. In rijke landen is het verstedelijkingstempo erg hoog de laatste 30 jaar
2. De verstedelijkingsgraad is in de semi-perifere landen groter dan in de perifere landen

A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, bewering 2 is juist

Slide 33 - Quiz

Slide 34 - Link

Vandaag
- Uitleg SE
- Herhaling Mexico-VS grensregio
- Verbandenspel

Tijd om zelfstandig te leren voor het SE
Test jezelf (online) / examentraining / samenvatting

Slide 35 - Slide

SE
- 3 opgaven van 4 vragen
- Bosatlas en woordenboek
- 60 min. de tijd

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Video

Verbandenspel:
Zoek 3 personen met wie je een verband hebt!

Na afloop korte toelichting
timer
6:00

Slide 38 - Slide