Herhaling Gemiddelde snelheid

Gemiddelde snelheid
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Gemiddelde snelheid

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Formule gemiddelde snelheid(1)
gemiddelde snelheid (km/h)
afstand (km)
tijd (h)
v=ts

Slide 3 - Slide

Formule gemiddelde snelheid(2)
gemiddelde snelheid (m/s)
afstand (m)
tijd (s)
v=ts

Slide 4 - Slide

1. gemiddelde snelheid in km/h
Een auto rijdt 180 km in 2 uur. Bereken de gemidelde snelheid in km /h.
Gegevens: afstand = 180 km 
                        tijd = 2 h 
Gevragd: gemiddelde snelheid
gemiddelde snelheid = afstand / tijd= 180/2 
gemiddelde snelheid = 90 km/h

Slide 5 - Slide

2. gemiddelde snelheid in m/s
Op een dag rijdt Sven de 500 m in 40 s. Hoe groot is zijn gemiddelde snelheid in m/s?
Gegevens: afstand = 500 m 
                        tijd = 40 s
Gevragd: gemiddelde snelheid
gemiddelde snelheid = afstand / tijd= 500/40
gemiddelde snelheid = 12,5 m/s

Slide 6 - Slide

3. Afstand in ...
Tom zit op de fiets. Na drieënhalf uur fietsen kijkt hij op zijn fietscomputer. Hij ziet dat zijn gemiddelde snelheid 28 km/h is.
Welke afstand heeft Tom in drieënhalf uur afgelegd?
Gegevens: gemiddelde snelheid = 28 km/h
                       tijd = 3,5 h
Gevraagd: afstand
afstand = gemiddelde snelheid × tijd = 28 × 3,5 = 98 km

Slide 7 - Slide

Noteer zelf
Een auto rijdt 50 km per uur. Hij rijdt 4 uur. Welke afstand heeft de auto afgelegd naar 4 uur?
Gegevens: gemiddelde snelheid= ...
                       tijd = ...
Gevraagd: ...
Oplossing:

Slide 8 - Slide

Controle van begrip 1
Schrijf de formule op voor:

- de tijd
- de afstand 
- de gemiddelde snelheid

Slide 9 - Slide

Controle van begrip 2
Hoeveel afstand legt een vliegtuig af dat gemiddeld 1000 km/h vliegt in 20 minuten ?

Slide 10 - Slide

Je rijdt met je vader mee in de auto.
Hoe weet je de snelheid van de auto? Dat is te zien op de

Slide 11 - Open question

Ik fiets met 15 km/h naar school, daar doe ik een uur over. Hoeveel km moet ik fietsen?
A
5 km
B
15 km
C
30 km
D
1,5 km

Slide 12 - Quiz

Tom rijdt een flinke afstand op zijn racefiets. Na drieënhalf uur fietsen kijkt hij op zijn fietscomputer. Hij ziet dat zijn gemiddelde snelheid 28 km/h is.
Welke afstand heeft Tom in drieënhalf uur afgelegd?
A
28 / 3,5 = 8 km
B
28 / 3,5 x 3,6 = 28,8 km
C
28 x 3,5 = 98 km
D
28 x 3,5 x 3,6 = 352,8 km

Slide 13 - Quiz

Welke formule gebruik je bij het berekenen van snelheid
A
snelheid = afstand * tijd
B
snelheid = afstand : tijd
C
snelheid = tijd : afstand
D
snelheid = tijd * afstand

Slide 14 - Quiz

Welke eenheid gebruik je voor de snelheid van een auto?
Schrijf de eenheid voluit:

Slide 15 - Open question

Hoe mag je de eenheid voor de snelheid van een auto afkorten?
A
Kilometer per uur
B
km/h
C
h/km

Slide 16 - Quiz

De gemiddelde snelheid van een scooter is 35 km/h.
Dat betekent: in een uur rijdt de scooter 35 km
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quiz

Sidney fietst in een uur 24 km.
Wat is de gemiddelde snelheid van Sidney?

Slide 18 - Open question

Snelheid
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 19 - Quiz

Welke formule gebruik je bij het berekenen van snelheid
A
snelheid = afstand * tijd
B
snelheid = afstand : tijd
C
snelheid = tijd : afstand
D
snelheid = tijd * afstand

Slide 20 - Quiz

Stefan fiets 5 kilometer in 15 minuten. Wat is zijn gemiddelde snelheid?
A
10 km/h
B
15 km/h
C
20 km/h
D
25 km/h

Slide 21 - Quiz

1 Snelheid Je kunt de snelheid berekenen, als je de afstand en de tijd weet. Veel snelheidsmeters gebruiken een vaste afstand om de snelheid te meten. Bij een trajectcontrole wordt de tijd over een afstand van enkele kilometers gemeten. Leg uit of hiermee de gemiddelde snelheid, de maximale snelheid of de snelheid tijdens het passeren van het meetpunt bepaald wordt.

Slide 22 - Open question

De Franse hogesnelheidstrein haalt op een bepaald traject een gemiddelde
snelheid van 360 km/h. Bereken hoe lang deze trein over een afstand van 200km doet?

Slide 23 - Open question

Emin heeft een massa van 65 kg. Hoe groot is de zwaartekracht die op Emin werkt? Geef je berekening en je antwoord

Slide 24 - Open question

Waar tekenen we de aangrijpingspunt van de zwaartekracht

Slide 25 - Open question

Bauke Mollema rijdt op zijn racefiets de berg af. Welke twee krachten brengen hem in beweging?

Slide 26 - Open question