This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
Theorievragen keuken
Slide 1 - Slide
Wat is de juiste manier van tafeldekken volgens de etiquette?
A
B
C
D
Slide 2 - Quiz
Om kruisbesmetting te voorkomen, gebruik je in de keuken verschillende kleuren snijplanken.
Welk product moet je volgens de HACCP-richtlijnen snijden op een gele snijplank?
A
B
C
D
Slide 3 - Quiz
Je gaat de jaarlijkse grondige reiniging van de vloer doen..Je vult volgens het etiket een emmer waar 10 liter in kan voor 3/4 deel met reinigingsoplossing. Hoeveel milliliter (ml) reinigingsmiddel heb je nodig?
A
45 ml
B
60 ml
C
450 ml
D
600
Slide 4 - Quiz
In het magazijn van een restaurant staan deze producten naast elkaar.
Welke twee producten staan hier volgens de voedselveilig verkeerd?
A
B
C
D
Slide 5 - Quiz
Je bent een stuk vlees in vet aan het bakken. De pan raakt oververhit en de vlam slaat in de pan.
Hoe kun je de vlam doven? Er kunnen meerdere antwoorden juist zijn.
A
door de afzuigkap aan te doen
B
door de deksel op de pan te doen
C
door een schuimblusser te gebruiken
D
door water in de pan te doen
Slide 6 - Quiz
Dit pictogram staat op het etiket van een schoonmaakmiddel.
Wat betekent dit pictogram?
A
groot risico op een hartaanval
B
groot risico op een beroerte
C
gevaar voor de gezondheid van anderen
D
gevaar voor de gezondheid op lange termijn
Slide 7 - Quiz
n de keuken is het noodzakelijk om besmetting met micro-organismen te voorkomen.
Waarom is dit noodzakelijk?
A
omdat je micro-organismen met het blote oog niet kunt zien
B
om te voorkomen dat je een boete krijgt
C
om de houdbaarheid van het product te garanderen
D
om te voorkomen dat mensen ziek worden
Slide 8 - Quiz
Zijn deze uitspraken over de aardappel juist? Meerdere antwoorden zijn juist
A
Een gekookte aardappel kun je de volgende dag opbakken.
B
Een aardappel kan in de schil worden gekookt.
C
Een aardappel blijft langer houdbaar op een donkere plaats.
D
Een aardappel behoort tot de categorie Fruit.
Slide 9 - Quiz
Bij schoonmaakwerkzaamheden moet je ergonomisch werken. Waarom is het belangrijk om ergonomisch te werken?
A
omdat je dan met de schoonmaakklus sneller klaar bent
B
omdat dit veiliger is voor jou en je collega's
C
omdat je dan je werkkleding minder vaak hoeft te wassen
D
omdat je dan minder snel lichamelijke klachten krijgt
Slide 10 - Quiz
Je moet met een ontvetter een zwaar verontreinigd oppervlak reinigen. Je vult een emmer van 10 liter voor driekwart met water. Hoeveel ontvetter heb je nodig?
A
0,75 liter
B
1 liter
C
7,5 liter
D
10 liter
Slide 11 - Quiz
Niek vraagt zijn begeleider met welk schoonmaakmiddel hij het metalen aanrechtblad moet schoonmaken. Zijn begeleider geeft aan dat het middel niet corrosief mag zijn.
Welk pictogram geeft aan dat een schoonmaakmiddel corrosief is?
A
B
C
D
Slide 12 - Quiz
Je moet voor zes klanten een beker bouillon maken. De inhoud van een beker is 0,25 liter. Hoeveel tabletten heb je nodig?
A
0,5 tablet
B
1,5 tablet
C
2 tabletten
D
3 tabletten
Slide 13 - Quiz
Je gaat appelcake maken voor 6 personen. Wat heb je dan nodig?
A
375 g zelfrijzende bloem
200 g boter
325 g suiker
6 eieren
3 appels
B
125 g zelfrijzende bloem
75 g boter
125 g suiker
2 eieren
1 appel
C
300 g zelfrijzende bloem
200 g boter
300 g suiker
6 eieren
3 appels
D
375 g zelfrijzende bloem
225 g boter
375 g suiker
6 eieren
3 appels