werkwoordspelling - twijfelgevallen

1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide


Wat is het onderwerp van de zin?
Ik begeleid/begeleidt mijn oma naar haar stoel.
A
ik
B
mijn oma
C
naar haar stoel

Slide 2 - Quiz


Wat is de juiste spelling? 
Ik begeleid/begeleidt mijn oma naar haar stoel.
A
begeleid
B
begeleidt

Slide 3 - Quiz


Welk onderwerp hoort bij antwoord/antwoordt? 
De sollicitant antwoord/antwoordt: 'Ik ben elk weekend beschikbaar.' 
A
de sollicitant
B
ik
C
elk weekend

Slide 4 - Quiz


Wat is de juiste spelling? 
De sollicitant antwoord/antwoordt: 'Ik ben elk weekend beschikbaar.'
A
antwoord
B
antwoordt

Slide 5 - Quiz


Wat is het onderwerp van deze zin?
Vind/Vindt jij dat ook?
A
jij
B
dat
C
ook

Slide 6 - Quiz


Wat is de juiste spelling? 
Vind/Vindt jij dat ook?
A
vind
B
vindt

Slide 7 - Quiz

Juist spelling:
De huurbaas verhoogd/verhoogt de huur.
A
verhoogd
B
verhoogt

Slide 8 - Quiz

Juist spelling:
Wat bedoeld/bedoelt Jamie daarmee?
A
bedoeld
B
bedoelt

Slide 9 - Quiz

Juist spelling:
We hebben een half uur geleden al pizza's besteld/bestelt.
A
besteld
B
bestelt

Slide 10 - Quiz

Juist spelling:
Er gebeurd/gebeurt hier echt nooit iets spannends.
A
gebeurd
B
gebeurt

Slide 11 - Quiz

Werkwoordspelling vind ik lastig
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll