P: probleem formuleer het als probleem van de zorgvrager, dus de zorgvrager heeft last van...of weet niet, kan niet, wil niet
E: etiologie of oorzaak: wat is precies de oorzaak van het probleem, niet het ziektebeeld noemen maar denk ik willen, weten, kunnen
S: symptomen: wat zie je of merk je aan het probleem