Aan het einde van deze les kunnen jullie onderscheid maken tussen drie maatschappelijk-politieke stromingen: conservatisme, liberalisme, nationalisme en socialisme.
Slide 2 - Slide
klassensamenleving
standensamenleving
Slide 3 - Slide
Congres van Wenen 1815
De winnaars van Waterloo kwamen samen om te overleggen
Terug naar het ancien regime:
voorrechten adel en kerk hersteld en burgerrechten beperkt
Slide 4 - Slide
Conservatisme
Restauratie
alles bij het oude houden
tegen volksinvloed
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Liberalen
Streven naar vrijheid.
Vrijheid van meningsuiting, persvrijheid en vrijheid van economie.
Zo min mogelijk regels en wetten.
Slide 7 - Slide
1830: revoluties in Europa
Frankrijk: nieuw koningshuis met meer rechten voor burgers
Zuidelijke Nederlanden scheidden zich af: België
Slide 8 - Slide
Nationalisme
Natie-staat
Ieder volk heeft recht op een eigen staat
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Agressief nationalisme
eigen natie verheerlijken
afzetten tegen andere naties
eigen verleden verheerlijken
Slide 11 - Slide
Socialisten
Streven naar gelijkheid.
Verschil tussen arm en rijk verkleinen.
Vooral een beweging van arbeiders.
Slide 12 - Slide
Communisme
Marxisme:
steeds kleiner wordende groep wordt steeds rijker
Verelendung
Gevolg: dictatuur van het proletariaat --> ultieme gelijkheid
Gelijkheid via geweld: communisme
Gelijkheid via parlement: sociaaldemocratie
Slide 13 - Slide
Leerdoel
Aan het einde van deze les kunnen jullie onderscheid maken tussen drie maatschappelijk-politieke stromingen: conservatisme, liberalisme, nationalisme en socialisme.