§3.4 Kansen voor Gambia

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Openingsfoto

Wat zie je?

Waar komt dit voor?

Waarom komt dit hier voor?

Is dit gewenst?

Komt dit overal zo voor? 

Binnen is beginnen!

• Ga op je plek zitten,
• Pak je ipad voor,
• Ga naar lessonup en accepteer de uitnodiging,
• Beantwoord de 5 geografische vragen van de openingsfoto met je buur aan je tafel
• Wanneer de timer afloopt, is het stil!

Startopdracht

Wat?	Havo: §3.4 'Kansen voor Gambia' vraag 1 t/m 8 VWO: §3.4 'Kansen voor Gambia' vraag 1 t/m 8
Hoe?	Zelfstandig in stilte
Hulp	Brein, Boek, Buur, Bureau
Tijd	Timer Checken: resultaten learnbeat
Klaar?	Maak de herhaling Of Maak Anders actief: Het ene land is het andere niet!

Binnen is beginnen!

Binnen is beginnen!

• Ga op je plek zitten,
• Pak je laptop/iPad voor,
• Ga naar lessonup en accepteer de uitnodiging,
• Doe de startopdracht

Checken: resultaten learnbeat

Ik begrijp het goed: groen	Ik begrijp het bijna: oranje	Ik vind het nog lastig: rood
Zelfstandig werken: Havo: §3.4 'Kansen voor Gambia' vraag 1 t/m 8 VWO: §3.4 'Kansen voor Gambia' vraag 1 t/m 8 Klaar? Maak Anders actief: Het ene land is het andere niet!	Maak de opdrachten en de herhaling Klaar? Maak de	Extra uitleg en maak daarna de opdrachten Klaar? Herhaling

Quizlet

Hoofdstuk 3 

Gambia: de smiling coast 

van Afrika

§3.4 Kansen voor Gambia deel 1

Lesplanning 

Aanwezigheid en huiswerkcontrole 

Mededelingen: Toets hoofdstuk 3 afspreken

Uitleg §3.4 'Kansen voor Gambia'

Maak van §3.4 'Kansen voor Gambia' vraag 1 t/m 6

Lesafsluiter: lesdoelcheck

Vooruitblik op de volgende les: 

Lesdoelen van deze les

1. Welke soorten werkgelegenheid ontstaat door toerisme?
2. Welke voor- en nadelen heeft arbeidsmigratie?
3. Benoem 2 manieren waarop rijke landen Gambia kunnen helpen?
4. Leg het begrip corruptie uit.

Neem de vragen over en beantwoord ze tijdens de uitleg!

Korte herhaling

Buurland(en) Gambia

1. Senegal, Nigera, Ghana
2. Senegal
3. Nigeria
4. Ghana

Ligt Gambia op een hoge of lage breedte?

1. Hoge
2. Lage

Gambia heeft een:

1. Savanneklimaat
2. Tropisch klimaat
3. Steppe klimaat
4. Woestijn klimaat

Het tropisch klimaat van Gambia kent 2 seizoenen: Droge tijd en natte tijd

1. Waar
2. Niet waar

Wat is De Harmattan?

1. Tropische storm
2. Soort orkanen
3. Stoffige droge zandstorm uit de Sahara
4. Wind met veel regen

Welk landschap vind je aan de kusten van Gambia?

1. Savanne
2. Steppe
3. Stranden
4. Moerassen

Wat is cultuur?

1. Alles wat is aangeboren
2. Alles wat is aangeleerd
3. Alles wat je op school hebt geleerd

Wat is een etnische groep?

1. Een soort stam
2. Een groep mensen die apart van elkaar leven
3. Een groep mensen met dezelfde taal en cultuur
4. Een groep mensen die niet dezelfde cultuur hebben maar die wel samen leven

Naast Engels spreken de Gambianen ook een andere taal. Welke?

1. Frans
2. Gambiaans
3. Stamtaal
4. Gebarentaal

Grootste godsdienst van Gambia is:

1. Christendom
2. Jodendom
3. Islam
4. Boeddhisme

Hoe bereken je bevolkingsdichtheid?

1. Inwoners gedeeld door oppervlakte
2. Aantal geboortes min aantal sterftes
3. Immigranten min emigranten
4. Oppervlakte gedeeld door inwoners

Wat is zuigelingensterfte?

1. Het aantal volwassenen dat sterft (per duizend inwoners)
2. Het aantal kinderen dat sterft in de eerste 10 levensjaren(per duizend inwoners)
3. Het aantal baby's dat in het eerste levensjaar sterft (per duizend inwoners)

De bevolking van Gambia is

1. Ouder dan gemiddeld
2. Jonger dan gemiddeld
3. Ongeveer gemiddeld

Welke sector is in Gambia het grootst?

1. Primaire sector
2. Secundaire sector
3. Tertiaire sector
4. Quartaire sector

Is er in Gambia sprake van een monocultuur in de landbouw?

1. Ja
2. Nee

Welke bevolkingsdiagram zou van Gambia kunnen zijn?

A

B

1. Diagram A
2. Diagram B

BNP = ...

1. Het gemiddelde inkomen van een inwoner van een land
2. Het geld dat alle inwoners in een land samen verdienen.

Wat weet jij van de toeristenindustrie?

Kansen voor Gambia: Toerisme

Toerisme is belangrijk voor de economie van Gambia 25% van het bnp wordt verdiend aan toeristen. Toeristen zorgen voor:

                     en

Toerisme is belangrijk voor de economie van Gambia. Toeristenindustrie: alle bedrijven die zich bezighouden met toerisme.

Ondanks de groei van het toerisme is 50% van de bevolking werkloos. Veel Gambianen werken daarom in de  

Directe werkgelegenheid

Al die toeristen zorgen voor veel werkgelegenheid. Hotelpersoneel, kelners, verkopers van souvenirs en buschauffeurs hebben in hun werk rechtstreeks contact met de toeristen. Dit is de directe werkgelegenheid; zonder toerisme zou dat werk niet bestaan.

indirecte werkgelegenheid

De indirecte werkgelegenheid wordt door het toerisme ook vergroot. Dankzij het toerisme is er extra werk: zoals bouwvakkers die hotels bouwen of reclamebureaus die filmpjes maken om toeristen te lokken.

Informele sector

Dat is ongeschoold, slechtbetaald werk in de dienstensector. 

Bijvoorbeeld: groenten uit eigen tuin te verkopen, sigaretten te verhandelen, schoenenpoetser

Directe 

werkgelegenheid

Indirecte

werkgelegenheid

Taxichauffeur

Autogarage

Hotelmedewerker

Bouwvakker

Marktkoopman

Schoonmaaksters hotel

Leg uit in maximaal 2 zinnen wat de informele sector is

Kansen voor Gambia: Arbeidsmigranten(1)

Gambianen die in het buitenland werken en geld naar huis sturen                          arbeidsmigranten.
Werken in: Senegal, Nigeria, V.S. en V.K. 

Kenmerken arbeidsmigranten:  

• jonge
• hoogopgeleide 
• werk als artsen en verpleegkundigen.

Kansen voor Gambia: Arbeidsmigranten(2)

Nadeel arbeidsmigratie:

Hoger opgeleiden trekken weg. 

Er ontstaat een tekort aan bijv. zorgpersoneel              Braindrain.

Voordelen arbeidsmigratie:

Mensen die naar andere landen vertrekken, kunnen daar meestal een veel hoger inkomen verdienen.

Kansen voor Gambia: Ontwikkelings-samenwerking

Rijke landen helpen Gambia:

• Vroeger ontwikkelingshulp:                                   rijke landen stuurden, geld, voedsel, machines, artsen. Bouwden ziekenhuizen en scholen.

• Tegenwoordig ontwikkelingsamenwerking: Gambia worden gesteund met advies en geld. De regering van Gambia bepaalt zelf waar het geld naar toe gaat.

Donorlanden zijn voorzichtig met de steun voor zwakke staten. Want het geld kan ook verkeerd gebruikt worden.

Corruptie is een Gambia een groot probleem!

Aan het werk

Wat?	Havo: §3.4 'Kansen voor Gambia' vraag 1 t/m 6 VWO: §3.4 'Kansen voor Gambia' vraag 1 t/m 6
Hoe?	Zelfstandig in stilte
Hulp	Brein, Boek, Buur, Bureau
Tijd	Timer Daarna checken we de leerdoelen
Klaar?	Maak de herhaling en of de en of Anders actief: Het ene land is het andere niet!

Quizlet

Aan het werk 

Ik begrijp het wel	Ik begrijp het bijna	Ik vind het nog lastig
Zelfstandig werken: Havo: §3.4 'Kansen voor Gambia' vraag 1 t/m 8 VWO: §3.4 'Kansen voor Gambia' vraag 1 t/m 8 Klaar? Anders actief: Het ene land is het andere niet!	Maak de opdrachten en de herhaling Klaar? Maak de	Extra uitleg en maak daarna de opdrachten Klaar? Maak zelf oefenen

Quizlet

Lesdoelcheck

1. Welke soorten werkgelegenheid ontstaat door toerisme?
2. Welke voor- en nadelen heeft arbeidsmigratie?
3. Benoem 2 manieren waarop rijke landen Gambia kunnen helpen?
4. Leg het begrip corruptie uit.

Check-in-duo's

check-in-duo’s.

1. Vergelijkt de antwoorden met je buur
2. Verschillen? Overlegd wat het juiste antwoord dan is
3. Check-in-de-klas
4. Tijd: timer

Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?

😒🙁😐🙂😃

Voorbereiden op de toets (learnbeat)

• Wat: Theorie goed doorlezen, ook de b-nummers

               Begrippenlijst maken
               Samenvatting schrijven
               Finish:
               Zelf oefenen
               Zelftoets maken: inzicht wat je al kunt of nog niet kunt
               Lessonup doornemen
               Filmpjes bekijken

• Hulp: je hersenen, boek en de docent als je vragen hebt
  

• Tijd: timer
  

De voorwaarden

-zelfstandig

-oortjes mag op voorwaarden

-stilte zolang de timer loopt

Tips

• Begin op tijd
• Minimaal twee weken van te voren
• Leer niet alles in een keer
• Elke dag een half uurtje
• Herhaal de vorige leerstof
• Na elke keer dat je geleerd hebt, mag je iets leuks doen

oefenen met begrippen

• Kaartje omdraaien
• Meerkeuze vragen
• Open vragen
• Begrippenlijst