woordenschat

WOORDENSCHAT H1 t/m 3
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

WOORDENSCHAT H1 t/m 3

Slide 1 - Slide

DOEL VAN DE LES:
Je leert nieuwe woorden en uitdrukkingen.


Slide 2 - Slide

1. Wat is een synoniem?
A
Hetzelfde woord meteen andere betekenis..
B
Een ander woord met dezelfde betekenis.

Slide 3 - Quiz

2. Wat is een synoniem voor
DOMINEREN?
A
nadoen
B
kwaadspreken
C
overheersen
D
nadelig

Slide 4 - Quiz

3. Wat is een synoniem voor
NAUWGEZET?
A
gezellig
B
precies
C
voordelig
D
eerlijk

Slide 5 - Quiz

4. Wat is een synoniem voor
OPRECHT?
A
gezellig
B
rechtop
C
bijzonder
D
eerlijk

Slide 6 - Quiz

5. Uitdrukkingen hebben een ........ betekenis.
A
figuurlijke
B
letterlijke

Slide 7 - Quiz

6. De vakantie is in kannen en ....
A
pannen
B
vazen
C
kruiken
D
potten

Slide 8 - Quiz

7. Die opmerking van jou raakt kant noch ............
A
verstand
B
land
C
wal
D
schip

Slide 9 - Quiz

8. Ik ken dat boek van haver tot ...
A
graan
B
gort
C
haver
D
tarwe

Slide 10 - Quiz

9. In het paleis was het allemaal pracht en ................
A
macht
B
goud
C
praal
D
zilver

Slide 11 - Quiz

10. Hij groeide op voor galg en ...
A
rad
B
molen
C
wagen
D
wiel

Slide 12 - Quiz

Les dinsdag
Je maakt:
Blz. 54 opdracht 1 en 2
Daarna: verder werken in Numo.

Slide 13 - Slide

Les donderdag:
Je maakt blz. 55 opdracht 3
Blz. 84 startopdracht
Blz. 84 opdracht 1
Daarna Numo

Slide 14 - Slide

Les vrijdag
Je maakt blz. 86 opdracht 3
Is je Numo deze week klaar?
Je leest in je leesboek.

Slide 15 - Slide

huiswerk
Wat heb je nog niet af uit de studiewijzer?

Schrijf dit op in je agenda voor maandag.

Slide 16 - Slide