What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Les 5a
THV1D
¡Hola a todos!
Soy
de los Países Bajos.
Mi padre es
holandés
y mi madre es
española
.
¿De dónde son tus padres?
1 / 12
next
Slide 1:
Slide
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
This lesson contains
12 slides
, with
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
THV1D
¡Hola a todos!
Soy
de los Países Bajos.
Mi padre es
holandés
y mi madre es
española
.
¿De dónde son tus padres?
Slide 1 - Slide
¿Cuál es la fecha de hoy?
Hoy es _____
(dag)
___________
el _____
(datum)
__________
de _____
(maand)
__________
¡Escribe la fecha en tu cuaderno!
Slide 2 - Slide
Las nacionalidades, los países
y los colores
Hacer (
maken
):
ejercicio 17 y 18cde
(
libro de ejercicios
, p. 18-19)
Beantwoord deze vragen in je schrift - in het Spaans!
1. ¿De dónde eres? //. 2. ¿De dónde son tus padres?
Slide 3 - Slide
.
PROEF S.O.
Slide 4 - Slide
.
PROEF S.O.
Slide 5 - Slide
.
PROEF S.O.
Slide 6 - Slide
.
PROEF S.O.
Slide 7 - Slide
S.O. > el 3 de octubre
Fuente D
=> lidwoorden
Fuente G
=> nationaliteiten, landen en kleuren
Fuente J
=> verbo SER + persoonlijke voornaamwoorden
Vocabulario
(StudyGo) 1.3 y 1.4
Op GC staan extra oefeningen!
Slide 8 - Slide
Los artículos
.
meervoud maken van een zelfstandig naamwoord:
- eindigt op klinker -->
+ s
(
la
piscina >
las
piscina
s
)
- eindigt op medeklinker -->
+ es
(
una
ciudad >
unas
ciudad
es
)
De lidwoorden
mannelijk
enkelvoud
vrouwelijk
enkelvoud
mannelijk
meervoud
vrouwelijk
meervoud
Bepaald lidwoord
de / het
el
la
los
las
Onbepaald lidwoord
een / een paar
un
una
unos
unas
Slide 9 - Slide
Repaso:
persoonlijke voornaamwoorden
ik
yo
jij
tú
hij, zij, u
él, ella,
usted*
wij
nosotros (-as)
jullie
vosotros (-as)
zij, u (mv)
ellos, ellas,
ustedes*
1
2
3
1
2
3
klik hier
u = usted (enkelvoud) en ustedes (meervoud)
--> hoort in het Spaans bij de derde persoon!
Slide 10 - Slide
Repaso:
el verbo SER
ik
ben
(yo) SOY
jij
bent
(tú) ERES
hij
is
(él, ella, usted) ES
wij
zijn
(nosotros) SOMOS
jullie
zijn
(vosotros) SOIS
zij
zijn
(ellos) SON
1
2
3
1
2
3
=
van
waar ben je?
(Waar kom je vandaan?)
Soy de
los Países Bajos,
soy
holandesa. Mi madre
es de
España,
es
española.
Slide 11 - Slide
S.O. > el 3 de octubre
Fuente D
=> lidwoorden
Fuente G
=> nationaliteiten, landen en kleuren
Fuente J
=> verbo SER + persoonlijke voornaamwoorden
Vocabulario
(StudyGo) 1.3 y 1.4
Op GC staan extra oefeningen!
Slide 12 - Slide
More lessons like this
Les 4b
September 2024
- Lesson with
10 slides
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Les 4a
September 2024
- Lesson with
11 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Cap 1 - les 7 + 8
January 2021
- Lesson with
19 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Cap 1 - les 5
February 2022
- Lesson with
20 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Les 3b
January 2022
- Lesson with
15 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Cap 1 - les 9 + 10
January 2021
- Lesson with
20 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
2. Werkwoord 'ser'
March 2024
- Lesson with
22 slides
Spaans
MBO
Studiejaar 1,2
Les 5 + 6
January 2021
- Lesson with
32 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1