TEST

Verpleegkundig proces
Week 8

Classificatie modellen
1 / 23
next
Slide 1: Slide
MBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Verpleegkundig proces
Week 8

Classificatie modellen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen week 8
De student:
Kan beschrijven wat het doel is van systematisch gegevens verzamelen binnen het verpleegkundig proces.
Kan beschrijven welke rol een classificatie of ordeningsprincipe speelt binnen het verpleegkundig proces 
Kan de belangrijkste kenmerken beschrijven van de classificatiesystemen
Kan beschrijven wat het doel van observeren is, wat de kenmerken van een goede observatie zijn en welke factoren een rol spelen bij observatie 
Kan uitleggen wat er met het begrip signaleren bedoeld wordt
Kan de observatiegegevens interpreteren

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat is een classificatiemodel?
  • Een verpleegkundige theorie of een model geeft een visie op verpleging; het zet je aan om in een bepaalde richting te denken.
  •  Met een classificatie leg je gegevens vast en orden je ze in bepaalde categorieën.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Classificatie systemen

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Voorbeelden classificatie
  •  Bij Nanda/NIC/NOC orden je de diagnoses, interventies en uitkomsten (internationaal)
  • Omaha System orden je je gegevens volgens aan-dachtsgebieden, soort actie en actievlakken. (internationaal)
  • International Classification of Functioning, Disability and Health, ICF
  • Gordon gegevens ordenen a.d.h.v. 11 patronen

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Nanda, NIC en NOC
De classificaties NANDA, NIC en NOC ondersteunen het volledige proces van verpleegkundig redeneren: van anamnese en diagnose tot uitvoering en evaluatie.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld NNN
NANDA Diagnose
Risico op vallen
  • cognitieve stoornissen/ mobiliteitsstoornissen
NOC: zorgresultaten
  • mobiliteit (lopen, verplaatsingsvermogen, functioneren van lichaamspositie)
  • evenwicht (lichaamshouding)
  • kennis: valpreventie
NIC: interventies
  • Valpreventie
  • voorlichting
  • positionering

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Waar wordt OMAHA vaak gebruikt?


4 domeinen:
omgevingsdomein
psychosociaal domein
fysiologisch domein
gezondheidsgerelateerd gedragsdomein      

Slide 8 - Slide

Omaha System kent 42 aandachtsgebieden verdeeld over vier domeinen: 1 omgevingsdomein 2 psychosociaal domein 3 fysiologisch domein 4 gezondheidsgerelateerd gedragsdomein. 
In Omaha System wordt niet gewerkt met doelen maar met uitkomsten. Deze uitkomsten worden per aandachtsgebied weergegeven in scores op drie terreinen:
1-Status van de signalen en symptomen = hoe ernstig zijn de signalen en symptomen?
2-Kennis = wat een cliënt weet. Het vermogen van de cliënt om informatie te onthouden, te begrijpen en te interpreteren.
3-Gedrag = wat een cliënt doet. Je verwacht dat het gedrag van de cliënt bijdraagt aan zijn gezondheid, dus dat het gedrag zo is dat de signalen en symptomen minder ernstig worden of dat de cliënt ermee om kan gaan. En dat de cliënt dat wat hij weet over zijn situatie kan omzetten in gedrag dat voor zover mogelijk bijdraagt aan zijn gezondheid.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

ICF
  • ICF is opgebouwd uit componenten, domeinen, categorieën en typeringen
  • Het menselijk functioneren wordt vanuit drie perspectieven beschreven

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Hoeveel patronen hanteert Gordon?
A
7
B
10
C
11
D
14

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

11 gezondheidspatronen van Gordon

  • De 11 gezondheidspatronen van Gordon omvatten alle aandachtsgebieden van een mens
  • Al deze 11 gezondheidspatronen hangen met elkaar samen en beïnvloeden elkaar




Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Gezondheidspatronen van Gordon
  1. Gezondheidsbeleving en instandhouding 
  2. Voeding en stofwisseling 
  3. Uitscheiding 
  4. Activiteiten 
  5. Slaap/rust 
  6. Waarneming en cognitie 
  7. Zelfbeleving 
  8. Rollen en relaties 
  9. Seksualiteit, voortplanting 
  10. Stress verwerking 
  11. Waarden en overtuiging 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Welk classificatiesysteem
lijkt je handig om mee te werken
en waarom?

Slide 15 - Mind map

This item has no instructions

Nu nog even jullie kennis testen.....

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Waar worden classificaties in de Nederlandse gezondheidszorg niet voor gebruikt?
A
Beschrijven van deelnemende specialisme
B
Beschrijven resultaten zorg
C
Beschrijven uitgevoerde handelingen

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Binnen het verpleegkundig proces wordt één classificatiesysteem gebruikt
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Waar staat de ICF voor?
A
Internationale classificatie van functioneren, handicap en gezondheid
B
Internationale handicap en gezondheid
C
Nationale classificatie van functioneren
D
International Classification of Functioning, Disability and Health

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Het Omaha system is een...
A
Verwijssysteem
B
Interventiesysteem
C
Declaratiesysteem
D
Classificatiesysteem

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een classificatiesysteem?
A
Een fase van het verpleegkundig proces
B
Een elektronisch patiënten dossier
C
Een hulpmiddel bij het verzamelen en vastleggen van gegevens
D
Een hulpmiddel om een patiënt te helpen

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Het Omaha classificatiesysteem bestaat uit vier domeinen. Welke zijn hier onderdeel van? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Omgeving
B
Fysiologisch
C
Maatschappelijk
D
Psychosociaal

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Zijn er nog vragen?
Volgende week: 

Verdieping op anamnese


Slide 23 - Slide

This item has no instructions