Pathologie les 7 - toedienen medicatie en berekeningen
Pathologie
Toedienen medicatie en berekenen dosering
1 / 37
next
Slide 1: Slide
DierverzorgingMBOStudiejaar 3
This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Pathologie
Toedienen medicatie en berekenen dosering
Slide 1 - Slide
Controleren dosering
Overdosering voorkomen -> nadelen voor dier
Onderdosering voorkomen -> resistentie
Slide 2 - Slide
Kun jij van een te geven dosering na berekenen of deze dosering klopt?
A
Ja
B
Nee
C
Ik verwacht ergens in de berekening vast te lopen
Slide 3 - Quiz
Welke informatie heb je nodig om een goede dosering te berekenen?
Slide 4 - Mind map
Controleren dosering
Welke informatie heb je nodig om een goede dosering te berekenen?
Lichaamsgewicht
Hoeveelheid werkzame stof in medicijn
Hoeveelheid benodigde werkzame stof/ kg lichaamsgewicht van diersoort
Slide 5 - Slide
Berekeningen: hoe zat het ook alweer?
1 kilogram = ??? gram
A
10
B
1000
C
10.000
D
1.000.000
Slide 6 - Quiz
Berekeningen: hoe zat het ook alweer?
1 kilogram = ??? liter
A
1
B
10
C
100
D
1000
Slide 7 - Quiz
Berekeningen: hoe zat het ook alweer?
1 gram = ??? milligram
A
10
B
1000
C
100.000
D
1.000.000
Slide 8 - Quiz
Berekeningen: hoe zat het ook alweer?
1 liter = ??? milliliter
A
10
B
100
C
1000
D
10.000
Slide 9 - Quiz
Berekeningen: hoe zat het ook alweer?
1 gram= ??? milliliter
A
1
B
10
C
100
D
1000
Slide 10 - Quiz
Berekeningen: hoe zat het ook alweer?
1.000.000 milligram= ??? liter
A
0,1
B
1
C
100
D
1000
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Slide
Controleren dosering
Baytril (antibiotica):
Reptielen: 7,5 mg/ kg, 1 keer daags
Zoogdieren: 5 mg/kg, 2 keer daags
Vogels:
Papegaai 15 mg/kg 1 a 2 keer daags
Duif of kip 10 mg/ kg 1 a 2 keer daags
Kanarie 17,5 mg/kg 2 keer daags
Struisvogel 7,5 mg/ kg 1 a 2 keer daags
Roofvogel 12,5 mg/kg 1 a 2 keer daags
xx mg/kg = xx mg werkzame stof per kg lichaamsgewicht.
Slide 13 - Slide
Controleren dosering
Zwaarder dier = hogere dosering!
Tammar wallaby (8 kilogram) heeft 5 mg werkzame stof per kilogram lichaamsgewicht aan Baytril nodig.
Heeft dus 5mg x 8 kg= 40 mg werkzame stof nodig.
Rode kangoeroe van 60 kilogram?
Heeft 5 mg x 60 kg = 300 mg werkzame stof nodig.
-> 7,5 keer zoveel als wallaby!
Verschillende concentraties per medicijn beschikbaar
Slide 14 - Slide
Controleren dosering
Stappenplan:
Slide 15 - Slide
Controleren dosering
Voorbeeld 1:
Uit mestonderzoek blijkt dat een groep Parma wallaby’s (6 dieren) besmet is met een worminfectie.
Zij moeten ontwormd worden met Panacur 20%. De benodigde dosering is 15 mg/kg.
Een wallaby weegt gemiddeld 8500 gram.
Hoeveel ml Panacur 20% geef je gemiddeld per dier over het voer?
Slide 16 - Slide
Controleren dosering
Stap 1: Hoeveel mg werkzame stof zit er in 1 ml medicijn (Panacur)?
Uit de opgave blijkt dat je Panacur met een concentratie van 20% gaat geven.
1 milliliter Panacur = 1000 mg Panacur.
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Controleren dosering
Stap 1: Hoeveel mg werkzame stof zit er in 1 ml medicijn (Panacur)?
Uit de opgave blijkt dat je Panacur met een concentratie van 20% gaat geven.
1 milliliter Panacur = 1000 mg Panacur.
20% van deze 1000 mg (1 ml) Panacur is werkzame stof.
20% van 1000 mg = 200 mg werkzame stof per ml medicijn/ Panacur.
Slide 19 - Slide
Controleren dosering
Stap 2:
Hoeveel mg werkzame stof moet het dier hebben (aangepast aan lichaamsgewicht)?
Uit de opgave blijkt dat een wallaby gemiddeld 8500 gram weegt.
1000 gram is 1 kg, dus 8500 gram = 8,5 kg.
Uit de opgave blijkt ook dat de benodigde dosering is: 15 mg/ kg, of te wel: 15 mg werkzame stof per kg lichaamsgewicht.
Het dier weegt 8,5 kg, dus de benodigde hoeveelheid werkzame stof voor een dier is: 8,5 kg x 15 mg werkzame stof = 127,5 mg werkzame stof/ dier.
Slide 20 - Slide
Controleren dosering
Stap 3:
Hoeveel medicijn is er nodig om aan de behoefte van het dier te voldoen?
Stap 1: in 1 ml Panacur zit 200 mg werkzame stof.
Stap 2: een dier heeft 127,5 mg werkzame stof nodig.
Stap 3 kun je nu met behulp van een verhoudingstabel beantwoorden:
Slide 21 - Slide
Controleren dosering
Hoeveel ml Panacur 20% geef je voor de hele groep over het voer?
Vermenigvuldig de hoeveelheid per dier met het aantal dieren in de groep. Gebruik hierbij het afgeronde getal 0.64 gebruiken, of het niet afgeronde getal 0,6375 ml. 0.64 ml x 6 dieren = 3,84 ml Panacur 20% voor de hele groep.
Slide 22 - Slide
Controleren dosering
Voorbeeld 2:
Na een gevecht heeft een stokstaartje een open wond in zijn dijbeen. Na een dagje aankijken, blijkt dat de wond is gaan ontsteken. De dierenarts wil antibiotica geven om de wond te helpen herstellen. De stokstaart weegt 850 gram. Ga uit van een dosering van 5 mg werkzame stof per kg lichaamsgewicht.
Hoeveel ml moet je dit dier per keer geven van Baytril 2,5%?
Slide 23 - Slide
Wat is nu de eerste stap die je gaat uitrekenen?
Slide 24 - Mind map
Controleren dosering
Na een gevecht heeft een stokstaartje een open wond in zijn zijbeen. Na een dagje aankijken, blijkt dat de wond is gaan ontsteken. De dierenarts wil antibiotica geven om de wond te helpen herstellen. De stokstaart weegt 850 gram. Ga uit van een dosering van 5 mg werkzame stof per kg lichaamsgewicht.
Hoeveel ml moet je dit
dier per keer geven van
Baytril 2,5%?
Slide 25 - Slide
Hoerveel mg werkzame stof zit er in 1 ml Baytril 2,5%?
Slide 26 - Mind map
Controleren dosering
Stap 1. Hoeveel mg werkzame stof zit er in 1 ml medicijn?
Uit de opgave blijkt dat je Baytril met een concentratie van 2,5% gaat geven.
1 milliliter Baytril 2,5% = 1000 mg Baytril 2,5%.
2,5% van deze 1000 mg (1 ml) Baytril 2,5% is werkzame stof.
2,5% van 1000 mg = 25 mg werkzame stof per ml medicijn/ Baytril 2,5%.
Slide 27 - Slide
Controleren dosering
Na een gevecht heeft een stokstaartje een open wond in zijn zijbeen. Na een dagje aankijken, blijkt dat de wond is gaan ontsteken. De dierenarts wil antibiotica geven om de wond te helpen herstellen. De stokstaart weegt 850 gram. Ga uit van een dosering van 5 mg werkzame stof per kg lichaamsgewicht.
Hoeveel ml moet je dit
dier per keer geven van
Baytril 2,5%?
Slide 28 - Slide
Hoeveel mg werkzame stof moet het dier hebben (aangepast aan lichaamsgewicht)?
Slide 29 - Mind map
Controleren dosering
Stap 2. Hoeveel mg werkzame stof moet het dier hebben (aangepast aan lichaamsgewicht)?
Uit de opgave blijkt dat het stokstaartje 850 gram weegt.
1000 gram is 1 kg, dus 850 gram = 0,85 kg.
De benodigde dosering is: 5 mg/ kg, of te wel: 5 mg werkzame stof per kg lichaamsgewicht.
Het dier weegt 0,85 kg, dus de benodigde hoeveelheid werkzame stof voor het stokstaartje is: 0,85 kg x 5 mg werkzame stof = 4,25 mg werkzame stof.
Slide 30 - Slide
Controleren dosering
Na een gevecht heeft een stokstaartje een open wond in zijn zijbeen. Na een dagje aankijken, blijkt dat de wond is gaan ontsteken. De dierenarts wil antibiotica geven om de wond te helpen herstellen. De stokstaart weegt 850 gram. Ga uit van een dosering van 5 mg werkzame stof per kg lichaamsgewicht.
Hoeveel ml moet je dit
dier per keer geven van
Baytril 2,5%?
Slide 31 - Slide
Controleren dosering
Stap 3. Hoeveel medicijn is er nodig om aan de behoefte van het dier te voldoen?
In stap 1 heb je berekend dat er per ml Baytril 2,5% 25 mg werkzame stof aanwezig is.
In stap 2 heb je berekend dat het stokstaartje in totaal 4,25 mg werkzame stof nodig heeft.
Stap 3 kun je nu met behulp van een verhoudingstabel beantwoorden.
Slide 32 - Slide
Hoeveel medicijn is er nodig om aan de behoefte van het dier te voldoen?
Slide 33 - Mind map
Controleren dosering
Stap 3. Hoeveel medicijn is er nodig om aan de behoefte van het dier te voldoen?
Stap 1 : per ml Baytril 2,5% is 25 mg werkzame stof aanwezig.
Stap 2: het stokstaartje heeft in totaal 4,25 mg werkzame stof nodig.
Stap 3:
Slide 34 - Slide
Controleren dosering
Huiswerk:
Maak voorbeeld 2 verder af en maak voorbeeld 3 (amazone papegaai, opdrachten in Cum Laude, inclusief antwoorden voorbeeld 1 en 2a.
Volgende les klassikale nabespreking en oefenen met een nieuwe opdracht in de les.
Toets: open boek toets waarbij je onder andere de dosering moet berekenen.
Slide 35 - Slide
Leerdoelen
Aan het einde van deze lessen kan de student…
uitleggen op welke manieren medicatie toegediend kan worden
benoemen hoe toedieningsfouten voorkomen kunnen worden
benoemen welke bijwerkingen op kunnen treden bij gebruik van medicatie
de aan te bieden medicijndosering controleren op juistheid
berekenen hoeveel een dier toegediend moet krijgen per medicijn