Clase 2.02 - mhv2 - introducción unidad 2, vocabulario

• Spaans
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 2

Planificación: Hoy es ...

1. Reglas de la clase y las pruebas	10 min
2. Introducción unidad 2	10 min
3. Vocabulario	25 min
4. Evaluación	5 min
5. La próxima clase	5 min

Después de esta clase... (Na deze les...)

... weet je welke reportero er centraal staat in unidad 2.

... heb je minstens 10 nieuwe woorden geleerd.

Reglas de la clase

1. Je telefoon is thuis of in de kluis.
2. Bij binnenkomst op je plek zitten, jas uit en tas van tafel.
3. Je hebt altijd je spullen mee: boeken, schrift, pen, opgeladen device.
4. Als een ander praat, ben je stil en luister je.
5. Wanneer de docente uitleg geeft, zijn jullie stil en maken jullie aantekeningen in je schrift.
6. We lachen elkaar niet uit.
7. Je ruimt pas op als de docent dat aangeeft.
8. Heb je een les gemist? Vraag aan klasgenoten om aantekeningen, welke opdrachten in te halen...

Explicar las pruebas: eindproduct

Menukaart (week 7, donderdag)

Mi menú

Beoordelingsrubriek

Explicar las pruebas: toets

Luisteren, lezen, grammatica, vocabulaire (week 8, tweede les)

Introducción unidad 2

Libro de texto: página 33

Lees de berichten op de telefoon

en kies bij elk bericht een

passende reactie.

Introducción unidad 2

Libro de texto: página 33

1 - a ¡Comemos ceviche!

2 - d ¿Es una comida típica peruana?

3 - c ¡Está muy bueno!

4 - b ¡Qué nervios!

5 - e Prefiero las redacciones.

Vocabulario: los animales

Pak je device erbij en log in in de LessonUp.

Vocabulario: las actividades

Kijk in je woordenlijst en/of 

libro de texto p.42

Klaar? Ga de rest van de lijst leren.

Blooket

00:18

¿Qué significa:
mascota?

1. dier
2. huisdier

00:29

¿Qué significa:
el perro?

1. de kat
2. de hond

00:35

Kies het juiste lidwoord:
¿el o la gato?

1. el gato
2. la gato

00:41

Wat is het enkelvoud van:
los peces?

01:21

la tortuga

el pájaro

el canario

el loro

el hamster

el conejo

00:18

¿Qué significa:
animal?

1. dier
2. huisdier

La próxima clase

Vamos a aprender...

... el presente (tegenwoordige tijd)

Deberes:

- aprender vocabulario unidad 2