De kwaliteiten worden geschud en elke speler krijgt willekeurig vijf kaarten. De overige kaarten komen op een stapel te liggen.
Vervolgens begint het spel. De bedoeling is dat iedere deelnemer om de beurt een kaart van de stapel pakt, die bij de andere kaarten in zijn hand voegt en vervolgens een kaart uit zijn hand pakt en die bij een andere speler neerlegt.
Het gaat erom:
- Zelf uiteindelijk vijf kwaliteiten in handen te hebben, die helemaal bij jou passen.
- Kwaliteiten bij anderen neer te leggen, die het meest op hen van toepassing zijn.
Als je een kaart bij een medespeler neerlegt, geef je daarbij een toelichting: "Ik geef jou Anna de kaart 'spontaan', omdat je ... "
Dan is de volgende speler aan de beurt.
Dit gaat zo door tot de stapel 'kwaliteiten' op is.
Tot slot legt iedereen zijn vijf handkaarten op tafel.
Een voor een vertellen de deelnemers waarom ze deze kwaliteiten zelf hebben gehouden. De anderen geven daar eventueel een reactie op.