Niekee

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

What does 'dough' mean in Dutch?

1. toch
2. deeg
3. maar
4. meel

What does 'traffic jam' mean in Dutch?

1. jam
2. rotonde
3. kruispunt
4. file

What does 'pavement' mean in Dutch?

1. verkeerslicht
2. abonnement
3. racebaan
4. stoep

Wat betekent 'touw' in het Engels?

1. thick
2. rope
3. cable
4. pie

What does 'square' mean in Dutch?

1. vierkant
2. in de rij staan
3. rechthoek
4. driehoek

What does 'to use' mean in Dutch?

1. instappen
2. kloppen
3. gebruiken
4. toevoegen

Wat betekent 'vaardigheid' in het Engels?

1. diploma
2. excellent
3. skill
4. possibility

Wat betekent 'vloerbedekking' in het Engels?

1. cover
2. floor
3. flawless
4. carpet

Wat betekent 'indrukwekkend' in het Engels?

1. intubate
2. impressive
3. infinitive
4. opposite

Wat betekent 'kruispunt' in het Engels?

1. crossroad
2. roundabout
3. crossing