This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 40 min
Items in this lesson
Welkom in de les
Vandaag:
terug blikken op §4.2
lesdoelen §4.3
instructie §4.3
maken opdrachten
afsluiten les
§4.3 - Afstand, tijd-diagrammen
Slide 1 - Slide
Vragen §4.2
Slide 2 - Slide
Terugblik
Slide 3 - Slide
Opgave 24
Slide 4 - Slide
Opgave 30
Slide 5 - Slide
Welke grootheden moet je weten om de gemiddelde snelheid te kunnen berekenen
A
meter en tijd
B
kilometer en uur
C
afstand en tijd
D
meter en seconde
Slide 6 - Quiz
Bij een constante snelheid heeft de snelheid op elk moment dezelfde grootte en richting.
A
juist
B
onjuist
Slide 7 - Quiz
De gemiddelde snelheid bereken je door de tijd te delen door de afgelegde afstand.
A
juist
B
onjuist
Slide 8 - Quiz
Welke grootheden moet je weten om de afstand te kunnen berekenen?
A
meter en tijd
B
kilometer en uur
C
snelheid en tijd
D
meter en seconde
Slide 9 - Quiz
Hoe bereken je de afstand?
A
gem. snelheid x tijd
B
gem. snelheid / tijd
C
tijd / gem. snelheid
D
tijd x gem. snelheid
Slide 10 - Quiz
Je leert
- een afstand, tijd-diagram tekenen en aflezen;
- snelheid bepalen uit afstand, tijd-grafieken.
Slide 11 - Slide
Discussie!
Bedenk welke gegevens een telefoon
bij kan houden tijdens het bewegen?
Slide 12 - Slide
Afstand, tijd-tabel
Maak een afstand, tijd-tabel van de fietser.
Slide 13 - Slide
Afstand, tijd-tabel
Afstand, tijd - tabel van een fietser.
Slide 14 - Slide
Afstand, tijd-tabel
Afstand, tijd - tabel van een fietser. Maak een afstand,tijd - diagram
Slide 15 - Slide
Stappenplan voor tabel en diagram maken
Slide 16 - Slide
Afstand, tijd- diagram
Slide 17 - Slide
Afstand, tijd-tabel
Wat kun je zeggen over de snelheid van de fietser?.
Slide 18 - Slide
Diagram aflezen
De afstand wordt niet groter dus je staat stil!!
Niet erg steil, dus:..... niet erg snel
Steil, dus:..... erg snel
Slide 19 - Slide
Afstand, tijd - diagram en snelheid
als de grafiek horizontaal loopt, dan is de snelheid nul.
als de grafiek zeer steil omhoog loopt, dan is de snelheid groot.
als de grafiek weinig steil omhoog loopt, dan is de snelheid klein.
met het beginpunt en het eindpunt van de grafiek kun je de totale afstand en de totale tijd bepalen.
Slide 20 - Slide
Afstand, tijd - diagram en snelheid
als de grafiek horizontaal loopt, dan is de snelheid nul.
als de grafiek zeer steil omhoog loopt, dan is de snelheid groot.
als de grafiek weinig steil omhoog loopt, dan is de snelheid klein.
met het beginpunt en het eindpunt van de grafiek kun je de totale afstand en de totale tijd bepalen. Hiermee kunnen we de gemiddelde snelheid berekenen.
Slide 21 - Slide
Afstand, tijd- diagram
Bereken de gemiddelde snelheid van de fietser.
Slide 22 - Slide
Afstand, tijd- diagram
Bereken de gemiddelde snelheid van de fietser.
Slide 23 - Slide
Afstand, tijd- diagram
Totale afstand = eindafstand - beginafstand
Totale afstand = 25 - 0 = 25 m
Totale tijd = eindtijd - begintijd
Totale tijd = 10,0 - 0,0 = 10,0 sec
Slide 24 - Slide
Afstand, tijd- diagram
G: afstand = 25 m, tijd = 10,0 sec
G: gem. snelheid = ? m/s
F:
B:
A: de gem. snelheid van de fietser is 2,5 m/s
gem.snelheid=tijdafstand
gem.snelheid=1025=2,5
Slide 25 - Slide
Even oefenen!
Anne gaat samen met haar vriendje een dag weg op de fiets.
Ze maakt van haar uitje een grafiek.
Slide 26 - Slide
Pak je agenda!
Noteer in het blauwe gedeelte voor de volgende les
Lezen §4.3 uit je boek
Maak de "gewone" opgaven en route ⨀
kies eventueel uit:
✱ - route
Slide 27 - Slide
Aan de slag!
Noteer in het blauwe gedeelte voor de volgende les
Lezen §4.3 uit je boek
Maak de "gewone" opgaven en route ⨀
kies eventueel uit:
✱ - route
Zs
Slide 28 - Slide
Aan de slag!
Noteer in het blauwe gedeelte voor de volgende les
Lezen §4.3 uit je boek
Maak de "gewone" opgaven en route ⨀
kies eventueel uit:
✱ - route
Zf
Slide 29 - Slide
Wat weten we al?
Slide 30 - Slide
Een fietser legt 30 kilometer af in 30 minuten Wat is zijn gemiddelde snelheid
A
900 km/uur
B
60 km/uur
C
60 minuut/km
D
1 km/min
Slide 31 - Quiz
Tussen welke punten is de snelheid het hoogst
A
A en B
B
B en C
C
C en D
Slide 32 - Quiz
Wat doet de fietser tussen punt B en C
A
Staat stil
B
Rijd met een constante snelheid.
C
Gaat langzamer rijden
D
Gaat sneller rijden
Slide 33 - Quiz
Kun je nu .................?
- een afstand, tijd-diagram tekenen en aflezen;
- snelheid bepalen uit afstand, tijd-grafieken.
Slide 34 - Slide
Ja, dat kan ik.
😒🙁😐🙂😃
Slide 35 - Poll
Stan rijdt 130 km/h. Hoeveel m/s is dat?
A
36 m/s
B
468 m/s
C
72 m/s
D
100 m/s
Slide 36 - Quiz
Een F-16 straaljager vliegt ongeveer 650 m/s. Hoeveel km/h is dat?