H4 - §4.5 Afstand, tijd-diagram

Welkom in de les
Vandaag:
  • terug blikken op §4.2
  • lesdoelen §4.3
  • instructie §4.3
  • maken opdrachten
  • afsluiten les 

 


§4.3 - Afstand, tijd-diagrammen
1 / 35
next
Slide 1: Slide
ScienceMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Welkom in de les
Vandaag:
  • terug blikken op §4.2
  • lesdoelen §4.3
  • instructie §4.3
  • maken opdrachten
  • afsluiten les 

 


§4.3 - Afstand, tijd-diagrammen

Slide 1 - Slide

Vragen §4.2

Slide 2 - Slide

Terugblik

Slide 3 - Slide

Opgave 28

Slide 4 - Slide

Opgave 29

Slide 5 - Slide

Welke grootheden moet je weten om de gemiddelde snelheid te kunnen berekenen
A
meter en tijd
B
kilometer en uur
C
afstand en tijd
D
meter en seconde

Slide 6 - Quiz

Bij een constante snelheid heeft de snelheid op elk moment dezelfde grootte en richting.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

De gemiddelde snelheid bereken je door de tijd te delen door de afgelegde afstand.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quiz

Welke grootheden moet je weten om de afstand te kunnen berekenen?
A
meter en tijd
B
kilometer en uur
C
snelheid en tijd
D
meter en seconde

Slide 9 - Quiz

Hoe bereken je de afstand?
A
gem. snelheid x tijd
B
gem. snelheid / tijd
C
tijd / gem. snelheid
D
tijd x gem. snelheid

Slide 10 - Quiz

Je leert ...
  • hoe je snelheid en tijd in een diagram tekent en afleest;
  • hoe je aan het diagram kunt zien hoe de snelheid verandert.

Slide 11 - Slide

Discussie!
Bedenk welke gegevens een telefoon
bij kan houden tijdens het bewegen?

Slide 12 - Slide

Snelheid, tijd-tabel
Maak een afstand, tijd-tabel van de fietser.


Slide 13 - Slide

Snelheid, tijd-tabel
Afstand, tijd - tabel van een fietser.

Slide 14 - Slide

Snelheid, tijd-tabel
Afstand, tijd - tabel van een fietser.                   Maak een afstand,tijd - diagram

Slide 15 - Slide

Snelheid, tijd- diagram
Stappenplan

Slide 16 - Slide

Diagram aflezen
Wat kun je zeggen over de snelheid van de fietser?. 

Slide 17 - Slide

Diagram aflezen
Versnelde beweging
A
Horizontaal  - snelheid constant
B
Versnelde beweging
C
Horizontaal  - snelheid constant
D
Vertraagde beweging
E
Vertraagde beweging
F

Slide 18 - Slide

Diagram aflezen
  • als de grafiek horizontaal loopt, dan is de snelheid nul.
  • als de grafiek zeer steil omhoog loopt, dan is de snelheid groot.
  • als de grafiek weinig steil omhoog loopt, dan is de snelheid klein.

Slide 19 - Slide

Afstand, tijd- diagram
Bereken de gemiddelde snelheid van de fietser.

Slide 20 - Slide

Afstand, tijd- diagram
Bereken de gemiddelde snelheid van de fietser.

Slide 21 - Slide

Afstand, tijd- diagram
Totale afstand = eindafstand - beginafstand
Totale afstand = 25 - 0 = 25 m

Totale tijd = eindtijd - begintijd
Totale tijd = 10,0 - 0,0 = 10,0 sec

Slide 22 - Slide

Afstand, tijd- diagram
G: afstand = 25 m,    tijd = 10,0 sec
G: gem. snelheid = ? m/s

F: 

B: 

A: de gem. snelheid van de fietser is 2,5 m/s
gem. snelheid=tijdafstand
gem. snelheid=1025=2,5

Slide 23 - Slide

Even oefenen!
Anne gaat samen met haar vriendje een dag weg op de fiets. 
Ze maakt van haar uitje een grafiek.

Slide 24 - Slide

Pak je agenda!
Noteer in het blauwe gedeelte voor de volgende les

  • Lezen §4.3 uit je boek
Maak de "gewone" opgaven en route ⨀


kies eventueel uit:
✱ - route


Slide 25 - Slide

Aan de slag!
Noteer in het blauwe gedeelte voor de volgende les


Lezen §4.3 uit je boek
Maak de "gewone" opgaven en route ⨀


kies eventueel uit:
✱ - route

Zs

Slide 26 - Slide

Aan de slag!
Noteer in het blauwe gedeelte voor de volgende les


Lezen §4.3 uit je boek
Maak de "gewone" opgaven en route ⨀


kies eventueel uit:
✱ - route

Zf

Slide 27 - Slide

Wat weten we al?

Slide 28 - Slide

Een fietser legt 30 kilometer af in 30 minuten
Wat is zijn gemiddelde snelheid
A
900 km/uur
B
60 km/uur
C
60 minuut/km
D
1 km/min

Slide 29 - Quiz


Tussen welke punten is de snelheid het hoogst
A
A en B
B
B en C
C
C en D

Slide 30 - Quiz


Wat doet de fietser tussen punt B en C
A
Staat stil
B
Rijd met een constante snelheid.
C
Gaat langzamer rijden
D
Gaat sneller rijden

Slide 31 - Quiz

Kun je nu .................?
- een afstand, tijd-diagram tekenen en aflezen;
- snelheid bepalen uit afstand, tijd-grafieken.

Slide 32 - Slide

Ja, dat kan ik.
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll

Stan rijdt 130 km/h.
Hoeveel m/s is dat?
A
36 m/s
B
468 m/s
C
72 m/s
D
100 m/s

Slide 34 - Quiz

Een F-16 straaljager vliegt ongeveer 650 m/s.
Hoeveel km/h is dat?
A
181 km/h
B
2340 km/h
C
1235 km/h
D
1000 km/h

Slide 35 - Quiz