NETL bijvoeglijke bepaling

NETL bijvoeglijke bepaling
1 / 16
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

NETL bijvoeglijke bepaling

Slide 1 - Slide

Wat is het?

Slide 2 - Slide

Hoe vind je het?

Slide 3 - Slide

Een bijvoeglijke bepaling is een bepaling die meer informatie geeft over een...
A
lijdend voorwerp
B
werkwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
bijwoord

Slide 4 - Quiz

welk woord(en) zijn de bijvoeglijke bepaling?
''De hele zaal was ontroerd door de prachtige uitvoering.''
A
zaal + uitvoering
B
hele + prachtige
C
door
D
De

Slide 5 - Quiz

Bijvoeglijke bepalingen zijn nooit een...
A
zinsdeel
B
woord met en erachter
C
lijdend voorwerp
D
deel van een zinsdeel

Slide 6 - Quiz

kpjshgdigwcfogqiuwehvweb
A
🥖😁
B
🥐🤣
C
🥪🤩

Slide 7 - Quiz

Wat is een bijvoeglijke bepaling?
A
Een bijvoeglijke bepaling is een werkwoord.
B
Een bijvoeglijke bepaling geeft extra informatie over een zelfstandig naamwoord.

Slide 8 - Quiz

Hoe wordt een bijvoeglijke bepaling in het Nederlands gevormd?
A
Een bijvoeglijke bepaling wordt gevormd door een zelfstandig naamwoord en een werkwoord.
B
Een bijvoeglijke bepaling wordt gevormd door een bijvoeglijk naamwoord en eventueel een voorzetsel.

Slide 9 - Quiz

Wat is het doel van een bijvoeglijke bepaling?
A
Het doel van een bijvoeglijke bepaling is om extra details en eigenschappen van een zelfstandig naamwoord te beschrijven.
B
Het doel van een bijvoeglijke bepaling is om een werkwoord te benadrukken.

Slide 10 - Quiz

Kunnen bijvoeglijke bepalingen ook uit meerdere woorden bestaan?
A
Nee, bijvoeglijke bepalingen bestaan altijd uit één woord.
B
Ja, bijvoeglijke bepalingen kunnen uit meerdere woorden bestaan, zoals 'het huis aan de rivier'.

Slide 11 - Quiz

Wat is een bijwoordelijke bepaling?
A
Een bijwoordelijke bepaling is een bijvoeglijk naamwoord.
B
Een bijwoordelijke bepaling is een voornaamwoord.
C
Een bijwoordelijke bepaling geeft informatie over het werkwoord.
D
Een bijwoordelijke bepaling is een zelfstandig naamwoord.

Slide 12 - Quiz

Hoe kun je bijwoordelijke bepalingen herkennen in een zin?
A
Bijwoordelijke bepalingen hebben altijd meervoudsvormen.
B
Bijwoordelijke bepalingen komen altijd aan het begin van een zin.
C
Bijwoordelijke bepalingen hebben een lidwoord.
D
Bijwoordelijke bepalingen beantwoorden vragen als: waar, wanneer, hoe, waarom.

Slide 13 - Quiz

Welke van de volgende is een voorbeeld van een bijwoordelijke bepaling?
A
Het mooie huis staat daar.
B
Het huis staat gisteren.
C
Het huis staat daar.
D
Het huis staat grote.

Slide 14 - Quiz

Wat is de functie van een bijwoordelijke bepaling?
A
Een bijwoordelijke bepaling geeft extra informatie over het werkwoord in de zin.
B
Een bijwoordelijke bepaling benadrukt het onderwerp.
C
Een bijwoordelijke bepaling verandert de betekenis van het zelfstandig naamwoord.
D
Een bijwoordelijke bepaling bepaalt het lidwoord.

Slide 15 - Quiz

Kunnen bijwoordelijke bepalingen ook uit meerdere woorden bestaan?
A
Nee, bijwoordelijke bepalingen mogen nooit uit meer dan drie woorden bestaan.
B
Ja, maar alleen bijwoordelijke bepalingen van tijd.
C
Nee, bijwoordelijke bepalingen bestaan altijd uit één woord.
D
Ja, bijwoordelijke bepalingen kunnen ook uit meerdere woorden bestaan, zoals 'in de keuken'.

Slide 16 - Quiz