NETL bijvoeglijke bepaling

NE bijvoeglijke bepaling
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

NE bijvoeglijke bepaling

Slide 1 - Slide

Leerdoelen

  • Wat is een bijvoeglijke bepaling?
  • Hoe vind je het in een zin?
  • Vragen kunnen beantwoorden over het bijvoeglijk bepaling

Slide 2 - Slide

Wat is een bijvoeglijke bepaling ?

De kern = Het belangrijkste woord van een zinsdeel. 
De bijvoeglijk bepaling geeft extra informatie over de kern.
De bijvoeglijke bepaling zegt iets over een zelfstandig naamwoord!
Dit kan ook een (bezittelijk) voornaamwoord zijn. 
Het is altijd deel van een ander zinsdeel.

Slide 3 - Slide

Hoe vind je de bijv. bep. in een zin?
  1. Noteer alle zinsdelen
  2. Zoek van elk zinsdeel het belangrijkste woord, de kern, en bepaal de woordsoort
  3. Als de kern een zelfstandig naamwoord is, zoek dan de woorden die extra informatie geven over de kern; dat zijn de bijvoeglijke bepalingen

Slide 4 - Slide

Voorbeelden

  •  Mijn vader / heeft / een nieuwe auto / gekocht.
  • Zij / woonde / heel lang / in het centrum van Amsterdam.
  • De man die daar aankomt, / koopt / hier / elke dag / drie losse kranten.

Slide 5 - Slide

Bijvoeglijke bepalingen zijn nooit een...
A
alleenstaand zinsdeel
B
bezittelijk voornaamwoord
C
een deel van een bijvoeglijke bepaling
D
deel van een zinsdeel

Slide 6 - Quiz

Een bijvoeglijke bepaling is een bepaling die meer informatie geeft over een...
A
lijdend voorwerp
B
werkwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
bijwoord

Slide 7 - Quiz

Welk(e) woord(en) zijn de bijvoeglijke bepaling(en)?
"De hele zaal was ontroerd door de prachtige uitvoering"
A
zaal + uitvoering
B
hele + prachtige
C
door
D
er is geen bijv.bep. in de zin.

Slide 8 - Quiz

Welk(e) woord(en) zijn de bijvoeglijke bepaling(en)?
"De rivier stroomt hard door de bergen."
A
stroomt
B
door de bergen
C
hard
D
er is geen bijv.bep in de zin.

Slide 9 - Quiz

Wat zijn de bijvoeglijke bepalingen in deze zin
"Mijn tante heeft een lekkere taart gebakken "
A
Mijn + lekkere
B
Mijn + lekkere + heeft
C
lekkere + taart
D
er is geen bijv.bep in de zin.

Slide 10 - Quiz

Wat zijn de bijvoeglijke bepalingen in deze zin
"Het brein van het jonge kind ontwikkelt zich snel. "
A
jonge + snel
B
van het jonge kind + snel
C
van het jonge kind + jonge
D
er is geen bijv.bep in de zin.

Slide 11 - Quiz