3.3 Herhalingsles EZ Kosten en uitgaven Havo5

De eenmanszaak - Kosten en uitgaven
deel 1: Interest
Herhalingsles
1 / 32
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

De eenmanszaak - Kosten en uitgaven
deel 1: Interest
Herhalingsles

Slide 1 - Slide

Leerdoelen: Kosten en uitgaven - Interest
  • Je kunt voorbeelden van kosten van een onderneming noemen.
  • Je kunt het verschil tussen kosten en uitgaven uitleggen.
  • Je kunt uitleggen waarom aflossing geen kostenpost is.
  • Je kunt de interestkosten, interestuitgaven, aflossing en schuldrest bij een lineaire lening berekenen (zowel bij vooruitbetaalde als achteraf betaalde interest).
  • Je kunt de waarde van de balansposten 'vooruitbetaalde interest' en 'nog te betalen interest' berekenen bij een lineaire lening.
  • Je kunt de interest, aflossing en schuldrest bij de annuïteitenlening berekenen.

Slide 2 - Slide

Wat weet je nog....
We beginnen met een aantal herhalingsoefeningen...

Snap je de oefeningen helemaal dan kun je na de oefeningen aan de slag met 3.22, 3.25 en 3.26

Snap je de oefening niet/ niet helemaal dan volgt er een uitleg

Slide 3 - Slide

Welk(e) van onderstaande stellingen is / zijn juist?
Stelling I: Opbrengsten en kosten zijn exclusief btw, terwijl ontvangsten en uitgaven normaal gesproken inclusief btw zijn.
Stelling II: Opbrengsten en kosten worden ingeboekt als er een tegenprestatie is geleverd, terwijl ontvangsten en uitgaven worden ingeboekt op het moment dat er betaald wordt.
A
Stelling I is juist; Stelling II is onjuist
B
Stelling I is onjuist; Stelling II is juist
C
Stelling I en II zijn allebei onjuist
D
Stelling I en II zijn allebei juist

Slide 4 - Quiz

Er is op 1 jan 2020 een 1% p/kw lineaire lening van € 300.000 afgesloten.
De aflossing bedraagt 2.500 per kwartaal. De aflossing en rente vinden ieder kwartaal achteraf plaats.
Hoe hoog zijn de kosten van deze lening in januari?

Slide 5 - Open question

Er is op 1 jan 2020 een 1% p/kw lineaire lening van € 300.000 afgesloten.
De aflossing bedraagt 2.500 per kwartaal. De aflossing en rente vinden ieder kwartaal achteraf plaats.
Hoe hoog zijn de uitgaven van deze lening in januari?

Slide 6 - Open question

Er is op 1 jan 2020 een 1% p/kw lineaire lening van € 300.000 afgesloten.
De aflossing bedraagt 2.500 per kwartaal. De aflossing en rente vinden ieder kwartaal achteraf plaats.
Hoe hoog is de post "nog te betalen interest" eind februari?

Slide 7 - Open question

Er is op 1 jan 2020 een 1% p/kw lineaire lening van € 300.000 afgesloten.
De aflossing bedraagt 2.500 per kwartaal. De aflossing en rente vinden ieder kwartaal achteraf plaats.
Hoe hoog zijn de uitgaven eind maart?

Slide 8 - Open question

Annelies heeft een annuïteiten hypotheek afgesloten van € 200.000
Looptijd 30 jaar, rente 5% per jaar. Jaarlijkse annuïteit € 13.010,29
Hoeveel bedraagt de rente in jaar 1?(xxxxx)

Slide 9 - Open question

En... Wat is je conclusie na de oefeningen?
Ik doe mee met de uitleg
Ik ga in alle rust en stilte aan de slag met 3.22, 3.25 en 3.26

Slide 10 - Poll

Kosten en uitgaven
Resultatenrekening
Liquiditeitsoverzicht

Slide 11 - Slide

Kosten en uitgaven
Een belangrijk onderscheid

Slide 12 - Slide

Kosten en uitgaven
Een belangrijk onderscheid

Slide 13 - Slide

Stappenplan voor het berekenen van interest en aflossing (p214)

1. Teken een tijdlijn en vul alle gegeven informatie in
2. Bepaal de (rest-)schuld voor elke periode
3. Los op drie mogelijk vragen:
- Uitgaven: Interest en aflossing, er is sprake van een actie op een tijdstip
- Kosten: alleen interest toegerekend aan een periode
- Balans: vooruitbetaalde interest of nog te betalen interest 

Slide 14 - Slide

Lineaire lening: achteraf interest betalen
Een onderneming heeft al enige jaren de volgende lening bij de ING:

Schuld op 1 oktober 2019: € 10.000
Interest: 1% per kwartaal
Aflossing: € 400 per kwartaal, steeds aan het einde van elk kwartaal
De interest wordt aan het einde van elk kwartaal achteraf betaald
Neem de bovenstaande tijdlijn over en vul alle gegeven informatie in:
- Momenten van interestbetaling
- Momenten van aflossing
- De restschuld voor elke periode

Slide 15 - Slide

Lineaire lening: achteraf interest betalen
Een onderneming heeft al enige jaren de volgende lening bij de ING:

Schuld op 1 oktober 2019: € 10.000
Interest: 1% per kwartaal
Aflossing: € 400 per kwartaal, steeds aan het einde van elk kwartaal
De interest wordt aan het einde van elk kwartaal achteraf betaald
Als je naar deze tijdlijn kijkt, wat zijn dan de totale uitgaven op 31 september?

Slide 16 - Slide

Als je naar deze tijdlijn kijkt, wat zijn dan
de totale uitgaven op 31 september?
Indien de interest 1% per kwartaal is?

Slide 17 - Open question

Lineaire lening: achteraf interest betalen
"nog te betalen interest"

Slide 18 - Slide

Lineaire lening: achteraf interest betalen
"nog te betalen interest"
Permanentie
Als de interest nog niet is betaald, ontstaat er een schuld op de balans (nog te betalen interest).
- okt 2019: 10.000 x 1% x 1/3 = 33,33
- nov 2019: 10.000 x 1% x 2/3 = 66,66
- dec 2019: De betaling vindt plaats, de post nog te betalen interest = 0



Hoeveel bedraagt de post nog te betalen interest op augustus 2020?

Slide 19 - Slide

Lineaire lening: achteraf interest betalen
"nog te betalen interest"
Permanentie
Als de interest nog niet is betaald, ontstaat er een schuld op de balans (nog te betalen interest).
- okt 2019: 10.000 x 1% x 1/3 = 33,33
- nov 2019: 10.000 x 1% x 2/3 = 66,66
- dec 2019: De betaling vindt plaats, de post nog te betalen interest = 0



Hoeveel bedraagt de post nog te betalen interest op augustus 2020?

8.800 x 1% x 2/3 = 58,67

Slide 20 - Slide

Als je naar deze tijdlijn kijkt, wat zijn dan
de totale rentekosten in augustus?
Indien de interest 1% per kwartaal is?

Slide 21 - Open question

Hoeveel bedraagt de post nog te betalen
interest eind augustus 2020?
(indien nodig, afronden op 2dec achter
de komma)

Slide 22 - Open question

Lineaire lening: interest vooruit betalen
Een onderneming heeft al enige jaren de volgende lening bij de ING:

Schuld op 30 september 2019: € 10.000
Interest: 1,5% per kwartaal
Aflossing: € 300 per kwartaal, steeds aan het begin van elk kwartaal
De interest wordt aan het begin van elk kwartaal vooruitbetaald
Neem de bovenstaande tijdlijn over en vul alle gegeven informatie in:
- Momenten van interestbetaling
- Momenten van aflossing
- De restschuld voor elke periode

Slide 23 - Slide

Hoeveel bedraagt de post vooruitbetaalde
interest op begin januari 2020?
(indien nodig, afronden op 2dec achter
de komma)

Slide 24 - Open question

Lineaire lening: vooraf interest betalen
"vooruitbetaalde interest"
Permanentie
De interest wordt vooruitbetaald, begin oktober ontstaat de post
Vooruitbetaalde interest voor 1,5% x 9700 = 145,50, dit is vooruitbetaald voor de maanden okt,nov, dec. Eind van deze maand neemt de vooruitbetaalde interest met 1/3 van 145,50 af.



Hoeveel bedraagt de post vooruitbetaalde interest begin januari?

Slide 25 - Slide

Hoeveel bedraagt de post vooruitbetaalde
interest op eind februari 2020?
(indien nodig, afronden op 2dec achter
de komma)

Slide 26 - Open question

Lineaire lening: vooraf interest betalen
"vooruitbetaalde interest"

Slide 27 - Slide

Annuiteitenhypotheek

Slide 28 - Slide

Rekenvoorbeeld
Op 1 januari sluit je een annuïteitenhypotheek van € 180.000 af tegen 0,4% interest per maand met een looptijd van 30 jaar. De maandelijkse annuïteit bedraagt € 944,40.

Slide 29 - Slide

Leerdoelen: Kosten en uitgaven - Interest
  • Je kunt voorbeelden van kosten van een onderneming noemen.
  • Je kunt het verschil tussen kosten en uitgaven uitleggen.
  • Je kunt uitleggen waarom aflossing geen kostenpost is.
  • Je kunt de interestkosten, interestuitgaven, aflossing en schuldrest bij een lineaire lening berekenen (zowel bij vooruitbetaalde als achteraf betaalde interest).
  • Je kunt de waarde van de balansposten 'vooruitbetaalde interest' en 'nog te betalen interest' berekenen bij een lineaire lening.
  • Je kunt de interest, aflossing en schuldrest bij de annuïteitenlening berekenen.

Slide 30 - Slide

Huiswerk: Met welke vraag had je moeite?
3.20 Kosten en uitgaven
3.21 Een lening afsluiten en aflossen
3.22 Interest vooruit en achteraf betalen
Allemaal
Geen van allen
Alleen 3.21 en 3.22

Slide 31 - Poll

Zelfstandig aan de slag met...
- 3.23 Lineair of met annuïteiten?
- 3.24 De kinderkapper

Deze opgave is huiswerk indien je de opgave deze les niet kan afronden.

Slide 32 - Slide