De kolonisatie van Noord-Amerika deel 1

De kolonisatie van Noord-Amerika
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Middelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

De kolonisatie van Noord-Amerika

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je de geschiedenis van de kolonisatie van Noord-Amerika beschrijven en begrijp je de verschillen tussen de noordelijke en zuidelijke koloniën.

Slide 2 - Slide

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen kunnen.
Wat weet je al over de kolonisatie van Noord-Amerika?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Inleiding
In de 17e eeuw verkenden de Engelsen Noord-Amerika als mogelijke uitvalsbasis in de strijd met het katholieke Spanje en als eventuele kolonie.

Slide 5 - Slide

Geef een korte introductie over het onderwerp.
De Pilgrim Fathers
In 1620 stichtten de protestantse Pilgrim Fathers er een Engelse nederzetting, met als doel er een geheel nieuwe samenleving te beginnen.

Slide 6 - Slide

Vertel de leerlingen over de Pilgrim Fathers en hun doel om een nieuwe samenleving te beginnen.
Groei van de koloniën
In de 17e eeuw groeiden de groepen kolonisten in Amerika gestaag.

Slide 7 - Slide

Beschrijf de groei van de koloniën in Noord-Amerika.
Handelscontacten
Aanvankelijk bestonden er handelscontacten met de inheemse bevolking.

Slide 8 - Slide

Leg uit dat er handelscontacten waren tussen kolonisten en inheemse bevolking.
Gevolgen van oorlogen en ziekten
Bloedige oorlogen en geïmporteerde ziekten zorgden er daarna snel voor dat de inheemse bevolking werd gedecimeerd.

Slide 9 - Slide

Beschrijf de gevolgen van oorlogen en ziekten voor de inheemse bevolking.
Noordelijke koloniën
De noordelijke koloniën aan de oostkust waren gericht op landbouw, handel en nijverheid.

Slide 10 - Slide

Leg uit dat de noordelijke koloniën gericht waren op landbouw, handel en nijverheid.
Zuidelijke koloniën
De koloniën in het zuiden ontwikkelden zich steeds meer tot plantage-economieën, waar producten als tabak en katoen voor de export werden verbouwd.

Slide 11 - Slide

Beschrijf de ontwikkeling van de zuidelijke koloniën naar plantage-economieën.
Dertien koloniën
De dertien koloniën aan de oostkust van Noord-Amerika vormden slechts een deel van het Britse rijk in Amerika.

Slide 12 - Slide

Vertel de leerlingen dat de dertien koloniën slechts een deel van het Britse rijk in Amerika vormden.
Verschillen tussen noord en zuid
De noordelijke koloniën waren gericht op landbouw, handel en nijverheid, terwijl de zuidelijke koloniën zich ontwikkelden tot plantage-economieën.

Slide 13 - Slide

Vergelijk de verschillen tussen de noordelijke en zuidelijke koloniën.
Geïmporteerde ziekten
De inheemse bevolking van Noord-Amerika werd gedecimeerd door geïmporteerde ziekten.

Slide 14 - Slide

Leg uit hoe geïmporteerde ziekten de inheemse bevolking hebben gedecimeerd.
Impact op inheemse bevolking
De impact van de kolonisatie op de inheemse bevolking was catastrofaal.

Slide 15 - Slide

Beschrijf de impact van de kolonisatie op de inheemse bevolking.
Betwiste grond
De kolonisatie leidde tot betwiste grond tussen de kolonisten en de inheemse bevolking.

Slide 16 - Slide

Leg uit dat de kolonisatie heeft geleid tot betwiste grond tussen kolonisten en inheemse bevolking.
Onafhankelijkheid
De kolonisatie van Noord-Amerika was een belangrijke stap in de richting van de onafhankelijkheid van de Verenigde Staten.

Slide 17 - Slide

Vertel de leerlingen dat de kolonisatie een belangrijke stap was in de richting van de onafhankelijkheid van de Verenigde Staten.
Samenvatting
In deze les hebben we geleerd over de kolonisatie van Noord-Amerika en de verschillen tussen de noordelijke en zuidelijke koloniën.

Slide 18 - Slide

Vat de belangrijkste punten van de les samen.
Reflectie
Wat vond je interessant aan het onderwerp? Welke vragen heb je nog?

Slide 19 - Slide

Laat de leerlingen reflecteren op de les en hun vragen opschrijven.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 20 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 21 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 22 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.