Veranderingen in de landbouw
Rond 1850 werd kunstmest uitgevonden. Hierdoor waren er niet meer zoveel schapen nodig > Er kwamen weer meer bossen in Nederland.
Sommige boeren plantten bomen om aan de vraag naar hout te voldoen. Ook nam de akkerbouw toe.
Weides werden vroeger afgeschermd met houtwallen.
Later werd er gebruik gemaakt van prikkeldraad.
Ondanks de nieuwe bossen werd het landschap steeds
kaler. Er was vooral veel ruimte voor landbouw en veeteelt, maar minder voor vogels en knaagdieren.