Blok 3 Arbeidsomstandigheden

Blok 3 Arbeidsomstandigheden         les 2
1 / 38
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 38 slides, with text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Blok 3 Arbeidsomstandigheden         les 2

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Filmpje kijken
Opdrachten
Uitleg 
Opdrachten
Tijd over? --> Quiz op Chromebook

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Tekst
blz. 62

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Tekst blz. 63

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Slide 10 - Link

Blok 3 Arbeidsomstandigheden         les 3

Slide 11 - Slide

Wat gaan we doen?
Korte herhaling vorige les
We starten met een aantal stellingen
Daarna uitleg + filmpje

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

5 Stellingen:
Mee eens                                           Oneens

Slide 14 - Slide

Ik vind het vanzelfsprekend dat ik een eigen kamer heb

Slide 15 - Slide

Ik vind het goed dat de leerplichtwet er is

Slide 16 - Slide

Ik wil later full-time werken

Slide 17 - Slide

Ik verdien al (zwart) bij door een bijbaantje

Slide 18 - Slide

Ik verdien al (zwart) bij door een bijbaantje

Slide 19 - Slide

Tekst blz. 65

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Link

Tekst blz. 67

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Tekst
blz. 67
theorie
uitdaging

Slide 24 - Slide

Blok 3 Arbeidsomstandigheden        les 4

Slide 25 - Slide

Wat gaan we doen?
Hoe was jullie vakantie?
Bespreken + nakijken van de opdrachten 
Kennen en kunnen bespreken 

Starten met blok 4 

Slide 26 - Slide

Kennen en kunnen, blz 70 
Iedere paragraaf heeft een 'kennen en kunnen' en een begrippenlijst 
Hoe ziet die er uit van deze paragraaf?


Slide 27 - Slide

Opdracht
Kies 3 bolletjes van kennen en kunnen 
en 2 begrippen uit

Deze werk je uit  in een google documentje

Slide 28 - Slide

Thema 9 Grondstoffen
Blok 4 Bevolking, landbouw en natuur

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Waar gaat dit blok over? 
Rond 1800 woonden er 2 miljoen mensen in Nederland. 
Het Nederlands landschap bestond uit grasland, moeras, akkers ed.  Er was vrijwel geen bos (meer)

Tegenwoordig is Nederland zeer dichtbevolkt, we verkopen een groot deel van onze landbouwproducten aan het buitenland. Ook de wereldbevolking is hard gegroeid.  Hoe kon dat zo gebeuren? Wat is er met het landschap gebeurd? Hoe zorgen we voor genoeg eten voor al die mensen? 


Slide 31 - Slide

Bevolkingsaantallen zijn in een eeuw tijd verdrievoudigd. Hoe kan dat?

Slide 32 - Slide

Grenzen aan de groei
  • Lang woonden er niet zoveel mensen op de wereld.  Er was sprake van kindersterfte. Er  waren epidemieën, oorlogen, misoogsten. 
  • De bevolkingsgroei startte doordat de oogsten beter werden, oorlogen afnamen, kennis over ziektes verbeterde
  • Welvaart neemt nog steeds toe => gevolg is zorg over milieu door groeiende vraag naar grondstoffen
  • Club van Rome stelde al in  1972 aan de orde dat de wereld deze groei niet aankan en dat klimaatverandering op zal treden. Maar bevolkingsgroei remt wel af door welvaartsgroei. Waarom?

Slide 33 - Slide

Aan de slag

Slide 34 - Slide

Landbouw vroeger

Boeren bemesten tegenwoordig het land om grotere oogsten te krijgen. Eerder waren boeren aangewezen op vruchtbare grond => langs rivieren, langs de kust. Boeren deden hier aan akkerbouw. 

In lagere delen van Nederland werd aan veeteelt gedaan. 

In hogere delen van Nederland was minder vruchtbare grond. Boeren hadden mest nodig om graan en rogge te verbouwen. Daarom hielden ze schapen voor de mest. Productie was in eerste instantie voor eigen gebruik, wat overbleef werd verkocht.


Slide 35 - Slide

Slide 36 - Video

Veranderingen in de landbouw
Rond 1850 werd kunstmest uitgevonden. Hierdoor waren er niet meer zoveel schapen nodig > Er kwamen weer meer bossen in Nederland. 
Sommige boeren plantten bomen om aan de vraag naar hout te voldoen. Ook nam de akkerbouw toe. 

Weides werden vroeger  afgeschermd met houtwallen. 
Later werd er gebruik gemaakt van prikkeldraad. 
Ondanks de nieuwe bossen werd het landschap steeds 
kaler. Er was vooral veel ruimte voor landbouw en veeteelt, maar minder voor vogels en knaagdieren. 


Slide 37 - Slide

Slide 38 - Video