Het christendom wordt staatsgodsdienst
Christenen weigerden de Romeinse staatsgoden en de keizer te vereren en wezen de Romeinse waarden en normen af. Daardoor werd het christendom verboden. Sommige christenen werden martelaar.
Ondanks de vervolgingen bleef het christendom groeien:
- In 313 gaf keizer Constantijn de christenen godsdienstvrijheid. Nadat hij zelf christen werd, bevoordeelde hij het christendom.
- In 380 maakte keizer Theodosius van het christendom de Romeinse staatsgodsdienst.
- In 392 werden andere godsdiensten verboden, met uitzondering van het jodendom.