Voedingsetiket

Het voedingsetiket

1 / 54

Slide 1: Slide

Indirecte zorgSecundair onderwijs

This lesson contains 54 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Lesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Het voedingsetiket

Slide 1 - Slide

Welk voedingsmiddel is het gezondste?

Slide 2 - Slide

Bekijk volgende etiketten

Slide 3 - Slide

Noteer van waar deze voedingsetiketten volgens jou afkomstig zijn.

Slide 4 - Slide

Van waar zijn deze voedingsetiketten afkomstig?

Van een fles fruitsap en een doos koekjes

Slide 5 - Slide

Noteer in welke twee eenheden de energie uit de voeding wordt weergegeven?

Slide 6 - Slide

Energie wordt weergegeven in KJ (kilojoule) en Kcal (kilocalorie)

Slide 7 - Slide

Noteer welk voedingsmiddel de hoogste energiewaarde heeft.

Slide 8 - Slide

De koekjes

Slide 9 - Slide

Noteer waarom die energiewaarde het hoogste ligt.

Slide 10 - Slide

De vetten en koolhydraten liggen veel hoger

Slide 11 - Slide

Noteer hoe de vetten worden onderverdeeld

Slide 12 - Slide

Verzadigd en onverzadigd

Slide 13 - Slide

Noteer welke voedingsstoffen niet in beide voedingsmiddelen voorkomen.

Slide 14 - Slide

Vitamine C en zetmeel

Slide 15 - Slide

Noteer een synoniem (ander woord) voor proteïnen

Slide 16 - Slide

Eiwitten

Slide 17 - Slide

Noteer hoe koolhydraten worden onderverdeeld.

Slide 18 - Slide

Zetmeel en suikers

Slide 19 - Slide

Noteer welke voedingsstoffen het meest aanwezig zijn in beide voedingsmiddelen.

Slide 20 - Slide

Koolhydraten

Slide 21 - Slide

De verplichte gegevens op een etiket

1. De naam van het product

2. Ingrediëntenlijst: op volgorde + allergenen

3. Voedingswaarde= optelsom van alle voedingsstoffen die een voedingsmiddel bevat

4. Inhoud of nettogewicht

5. Houdbaarheidsdatum

6. Bewaarvoorschriften

7. Gebruiksvoorwaarden

8. Adresgegevens

9. Plaats van oorsprong of herkomst

10. Alcoholgehalte indien van toepassing

11. Gebruiksaanwijzing indien van toepassing

Slide 22 - Slide

Houdbaarheidsdatum

THT

= Ten minste houdbaar tot

= Adviesdatum

--> wordt gebruikt bij producten die lang houdbaar zijn zoals rijst en pasta

--> Wanneer de datum verstreken is kan de kwaliteit verminderd zijn maar is niet altijd zo!

! Gebruik je zintuigen!

TGT

= Te gebruiken tot

--> wordt gebruikt bij producten die niet lang houdbaar zijn zoals vis of vlees

--> Als de datum verstreken is, kun je het voedingsmiddel niet eten of drinken zonder gezondheidsrisico's

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

2. Naam van het product

1. Houdbaarheidsdatum

3. Plaats van oorsprong

4. Voedingswaarde

5. Inhoud

6. Bewaarvoorschriften

7. Gebruiksvoorwaarden

Slide 26 - Slide

Noteer verplichte informatie die niet op het etiket staat.

Slide 27 - Slide

De verplichte gegevens op een etiket

1. De naam van het product

2. Ingrediëntenlijst: op volgorde + allergenen

3. Voedingswaarde= optelsom van alle voedingsstoffen die een voedingsmiddel bevat

4. Inhoud of nettogewicht

5. Houdbaarheidsdatum

6. Bewaarvoorschriften

7. Gebruiksvoorwaarden

8. Adresgegevens

9. Plaats van oorsprong of herkomst

10. Alcoholgehalte indien van toepassing

11. Gebruiksaanwijzing indien van toepassing

Slide 28 - Slide

- Ingrediëntenlijst

- Adresgegevens van de fabrikant

- Gebruiksaanwijzing

Slide 29 - Slide

CASUS 1

Nadine neemt een blikje limonade uit de kast. Het is over datum sinds gisteren, maar toch doet ze het open. De limonade smaakt nog perfect, dus ze drinkt hem verder op.

Slide 30 - Slide

Kruis aan om welke houdbaarheidsdatum het gaat

THT (ten minste houdbaar tot)

TGT (te gebruiken tot)

Slide 31 - Quiz

Wat vertelt de houdbaarheidsdatum je in deze situatie?

Slide 32 - Slide

Ten minste houdbaar tot is een adviesdatum. Limonade kan nog goed zijn, gebruik je zintuigen om te beslissen of het nog goed is (proef en ruik).

Slide 33 - Slide

CASUS 2

Alina wil een lekker ontbijtje maken. In de koelkast staat nog een potje aardbeienyoghurt dat over datum is sinds vorige week. Alina vraagt zich af of het nog wel veilig is om dat op te eten?

Slide 34 - Slide

Om welke houdbaarheidsdatum gaat het?

THT (ten minste houdbaar tot)

TGT (te gebruiken tot)

Slide 35 - Quiz

Wat vertelt de houdbaarheidsdatum je in deze situatie?

Slide 36 - Slide

Datum zegt te gebruikten tot vorige week. De smaak kan verdwijnen of zuur smaken. Gebruik je zintuigen!

Slide 37 - Slide

CASUS 3

Er is een nieuwe soort granola op de markt op basis van havermout, pure chocolade, amandelen, pompoenpitten, zonnebloempitten, kaneel en honing. Hij wordt verkocht per 500 gram en is een jaar houdbaar.

De fabrikant 'Graantje' bevindt zich op de Korenmarkt 7 in Gent en vraagt jou om het voedingsetiket te ontwikkelen.

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

De verplichte gegevens op een etiket

1. De naam van het product

2. Ingrediëntenlijst: op volgorde + allergenen

3. Voedingswaarde= optelsom van alle voedingsstoffen die een voedingsmiddel bevat

4. Inhoud of nettogewicht

5. Houdbaarheidsdatum

6. Bewaarvoorschriften

7. Gebruiksvoorwaarden

8. Adresgegevens

9. Plaats van oorsprong of herkomst

10. Alcoholgehalte indien van toepassing

11. Gebruiksaanwijzing indien van toepassing

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Maak nu zelf op een apart blad een voedingsetiket bij de granola

Slide 42 - Slide

Allergieën en intoleranties

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Video

Slide 45 - Video

Markeer in het groen alles wat bij allergie hoort

Markeer in het geel alles wat bij intolerantie hoort

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Slide

2. Lees de casus

Ruby eet puree op restaurant, waar blijkbaar een beetje melk in zat. Na een tijdje krijgt ze hevige buikpijn en diarree.

Slide 49 - Slide

Duidt aan of het hier om een voedselallergie of-intolerantie gaat.

voedselallergie

voedselintolerantie

Slide 50 - Quiz

Wat gebeurt er in het lichaam van Ruby?

Slide 51 - Open question

3. Lees de casus

Lexie at een salade waar walnoten in zaten, al vroeg ze om een salade zonder walnoten. Meteen daarna beginnen haar ogen te tranen en krijgt ze een gezwollen keel.

Slide 52 - Slide

Gaat het hier om een voedselallergie of -intolerantie?

voedselallergie

voedselintolerantie

Slide 53 - Quiz

Wat gebeurt in het lichaam van Lexie?

Slide 54 - Open question

Voedingsetiket

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Quiz

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Video

Slide 45 - Video

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Slide

Slide 49 - Slide

Slide 50 - Quiz

Slide 51 - Open question

Slide 52 - Slide

Slide 53 - Quiz

Slide 54 - Open question

More lessons like this

Voedseletikettering

Het voedingsetiket

GOEDERENBEHANDELING

Verpakkingsmaterialen voor voeding en het etiket

de wet van het etiket

Voedingsetiketten

nutriscore

De Impact van Lactose-Intolerantie op de Stofwisseling