Herhaling spelling 2

1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Vandaag:

- vragenrondje
- herhaling van les 13 en 14

Slide 2 - Slide

Heb je vragen over de toetsstof? 

Slide 3 - Slide

Les 13: je leert de spelling van het bijvoeglijk naamwoord. 

Les 14: je leert de spelling van samenstellingen. 

Slide 4 - Slide

Spelling bijvoeglijk naamwoorden:

- meestal met een -e (het groene boekje)
- stoffelijk bijvoeglijk naamwoord meestal op -en
 (het gouden horloge)
- (on)voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord: zo kort mogelijk (de geschudde kaarten)

Slide 5 - Slide

een (mooi) huis
A
mooi
B
mooie

Slide 6 - Quiz

een (zilver) schaal
A
zilvere
B
zilveren

Slide 7 - Quiz

de (geel) trui
A
gele
B
gelen

Slide 8 - Quiz

een (bevrijden) gevangene
A
bevrijden
B
bevrijde
C
bevrijdde

Slide 9 - Quiz

het (vinden) voorwerp
A
gevonde
B
gevonden

Slide 10 - Quiz

Samenstellingen:

- tussen-en     paardenstal
- tussen-e       groentesoep
- tussen-s        levensstijl
- tussen-r         kinderfiets

Slide 11 - Slide

krant + bezorger
A
krantebezorger
B
krantenbezorger

Slide 12 - Quiz

rijst + pap
A
rijstepap
B
rijstenpap

Slide 13 - Quiz

dorp + straat
A
dorpstraat
B
dorpsstraat

Slide 14 - Quiz

er + naar + toe
A
ernaartoe
B
ernaar toe
C
er naar toe

Slide 15 - Quiz

reuze + handig
A
reuzehandig
B
reuzenhandig

Slide 16 - Quiz


Maak opdracht 8 (blz. 61). 
Overleg alleen fluisterend met diegene naast je.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide