samenstellingen

Samenstellingen
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Samenstellingen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

DOEL

TUSSENLETTERS IN SAMENSTELLINGEN

- je kunt tussenletters in samenstellingen goed spellen



Slide 3 - Slide

Tussenletters

Als je twee of meerdere woorden aan elkaar plakt, dan noemen we dat een samenstelling.

Als je deze aan elkaar plakt, heb je soms een tussenletter nodig, zoals -en, -e of -s.

Slide 4 - Slide

Als het meervoud van het eerste deel van de samenstelling eindigt op -en, dan gebruik je -en als tussenletter.

Slide 5 - Slide

Voorbeeld:

paard + stal

wordt

paardenstal

Slide 6 - Slide

Als het eerste deel van de samenstelling in het meervoud op zowel -en als -s kan eindigen, dan gebruik je als tussenletter een -e

Slide 7 - Slide

Voorbeeld:

groente + soep

wordt

groentesoep

want

groenten/groentes

Slide 8 - Slide

Verder gebruik je als tussenletter een -e
als:

Slide 9 - Slide

Als het eerste deel geen meervoud heeft op -en


Bijvoorbeeld:

rijst + vlaai

wordt

rijstevlaai

Slide 10 - Slide

Het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord


lach + bek

wordt

lachebek

Slide 11 - Slide

Het eerste deel gaat over iets waarvan er maar één is:


maan + schijn

wordt

maneschijn

Slide 12 - Slide

Het eerste woord versterkt het tweede woord

beer + sterk
wordt
beresterk
reus + goed
wordt
reuzegoed

Slide 13 - Slide

De tussenletter -s kun je meestal horen. Lukt dit niet? Vervang dan het tweede deel van de samenstelling.

Slide 14 - Slide

Voorbeeld:

dorp + kern

wordt

dorpskern

station + straat

wordt

stationsstraat

Vervang tweede deel: stationshal, dan hoor je de tussen -s


Slide 15 - Slide

Maak een samenstelling van de woorden:
trap + huis

Slide 16 - Open question

Maak een samenstelling van de woorden:
stoel + dans

Slide 17 - Open question

Maak een samenstelling van de woorden:
belasting + dienst

Slide 18 - Open question

Maak een samenstelling van de woorden:
elektriciteit + centrale

Slide 19 - Open question

Maak een samenstelling van de woorden:
kwaliteit + controle

Slide 20 - Open question

Aan de slag met:
Spelling H4, opdracht 2 en 3 (blz. 196)

Ben je klaar? Dan kun je alvast naar opdracht 4 op blz.197

Slide 21 - Slide

Oefening:

Slide 22 - Slide