Stanford-gevangenisexperiment
Het Stanford-gevangenisexperiment was een spraakmakend sociaal-psychologisch experiment, dat in 1971 werd uitgevoerd in de kelders van de Universiteit van Stanford.
Studenten werden willekeurig in twee groepen van twaalf opgesplitst: een gevangenengroep en een bewakersgroep. Na korte tijd begonnen de studenten zich naar hun rol te gedragen: gevangenen werden onderdanig en bewakers kwamen in de verleiding om hun macht te misbruiken.
Het experiment werd stopgezet toen Christina Maslach, een studente die interviews afnam in de 'gevangenis' en een verhouding had met Zimbardo, ernstige kritiek op de mensonterende omstandigheden uitte. Slechts zes dagen van de geplande twee weken werden volgemaakt. Zimbardo merkte achteraf op dat van de vijftig buitenstaanders die kennis hadden van het gevangenisexperiment Maslach de enige was die vraagtekens had bij de morele kant ervan.
Het experiment toont de dramatische gevolgen van normale, gezonde studenten die in een namaakgevangenis werden gestopt. Het is een klassiek geworden voorbeeld van de kracht van de sociale situatie.