plaag: ongeremde vermenigvuldiging van een dier.
chemische gewasbeschermingsmiddelen:
giftige stoffen die schadelijke organismen doden.
biociden:
gewasbeschermingsmiddelen die organismen doden.
niet-selectief:
Niet-selectieve chemische gewasbeschermingsmiddelen doden niet alleen schadelijke organismes, maar onschadelijke organismes.
resistentie:
alleen organismen die ongevoelig zijn voor het gewasbeschermingsmiddel blijven in leven en planten zich voort